Einde inhoudsopgave
Besluit financiële markten BES
Artikel 2:4 (financiële onderneming met zetel in het buitenland)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
28-11-2014, Stb. 2014, 524 (uitgifte: 19-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2014, Stb. 2014, 534 (uitgifte: 19-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
Een financiële onderneming met zetel in het buitenland verstrekt bij de aanvraag van een vergunning gegevens en bescheiden op basis waarvan de toezichtautoriteit kan beoordelen of zal worden voldaan aan, voor zover op de betrokken financiële onderneming van toepassing, de bij of krachtens de artikelen 3:4 tot en met 3:6, 3:8 tot en met 3:13, 3:23, 3:24 en 3:34 van de wet gestelde regels, alsmede:
- a.
voor beleggingsinstellingen: de bij of krachtens de artikelen 4:1 tot en met 4:5 en 4:10 van de wet gestelde regels;
- b.
voor houders van een effectenbeurs: de bij of krachtens de artikelen 4:15 en 4:16 van de wet gestelde regels;
- c.
voor kredietinstellingen: de bij of krachtens artikel 4:18 van de wet gestelde regels;
- d.
voor verzekeraars: de bij of krachtens de artikelen 4:25 en 4:28 tot en met 4:34 van de wet gestelde regels.
2.
Artikel 2:3, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing op een bemiddelaar onderscheidenlijk een gevolmachtigd agent of ondergevolmachtigd agent met zetel in het buitenland.