Einde inhoudsopgave
Wet financiële markten BES
Artikel 3:23 (vermogensscheiding)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
01-12-2011, Stb. 2011, 612 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken: 32784)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
Een vermogensbeheerder of bemiddelaar in effecten die effecten of gelden onder zich houdt die toebehoren aan een consument of cliënt, treft adequate maatregelen ter bescherming van de rechten van die consument of cliënt op bedoelde effecten of gelden, en ter voorkoming van het gebruik van die effecten of gelden voor eigen rekening door de vermogensbeheerder of bemiddelaar in effecten.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een trustkantoor dat gelden of geldswaarden onder zich houdt die toebehoren aan derden.
3.
Een elektronischgeldinstelling treft adequate maatregelen om de voor de uitgifte van elektronisch geld ontvangen middelen veilig te stellen.
4.
In afwijking van het eerste lid mag een vermogensbeheerder of bemiddelaar in effecten de in dat lid bedoelde effecten voor eigen rekening gebruiken, indien de cliënt daar uitdrukkelijk mee heeft ingestemd.
5.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste tot en met vierde lid.