Einde inhoudsopgave
Wet financiële markten BES
Artikel 3:20 (bewijsvermoeden buitenlandse ondernemingen)
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2016
- Bronpublicatie:
29-10-2015, Stb. 2015, 428 (uitgifte: 24-11-2015, kamerstukken: 34198)
- Inwerkingtreding
01-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2015, Stb. 2015, 504 (uitgifte: 16-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
Een financiële onderneming met zetel in het buitenland die in de staat van zetel onder prudentieel toezicht staat wordt, onverminderd de bevoegdheden van de toezichtautoriteit en de door haar aangewezen toezichthouders uit hoofde van artikel 1:7 en hoofdstuk 7, vermoed te voldoen aan de ingevolge de artikelen 3:16 tot en met 3:19 op haar van toepassing zijnde eisen, zolang zij in de staat van zetel is toegelaten tot de uitoefening van haar bedrijf.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste lid.