Einde inhoudsopgave
Wet medezeggenschap op scholen
Artikel 1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
27-01-2021, Stb. 2021, 57 (uitgifte: 10-02-2021, kamerstukken: 35611)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Medezeggenschap
Deze wet verstaat onder:
- a.
‘Onze Minister’: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
- b.
‘school’: een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet voortgezet onderwijs 2020 en de Experimentenwet onderwijs;
- c.
‘centrale dienst’: een centrale dienst als bedoeld in artikel 68 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 69 van de Wet op de expertisecentra en artikel 3.34 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;
- d.
‘samenwerkingsverband’: een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;
- e.
‘bevoegd gezag’ voor wat betreft:
- 1.
een school: het bevoegd gezag, bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet voortgezet onderwijs 2020 en de Experimentenwet onderwijs;
- 2.
een centrale dienst: het bestuur van de rechtspersoon, bedoeld in artikel 68 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 69 van de Wet op de expertisecentra en artikel 3.34 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;
- 3.
een samenwerkingsverband: het bestuur van een samenwerkingsverband;
- f.
‘leerlingen’: leerlingen als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet voortgezet onderwijs 2020;
- g.
‘ouders’: de ouders, voogden en verzorgers van de leerlingen;
- h.
‘schoolleiding’: de directeur, bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra en de rector, directeur of de leden van de centrale directie, bedoeld in de Wet voortgezet onderwijs 2020, alsmede de conrectoren of de adjunct-directeuren;
- i.
‘personeel’: het personeel dat in dienst is dan wel ten minste 6 maanden te werk gesteld is zonder benoeming bij het bevoegd gezag en dat werkzaam is op de school, bij de centrale dienst, dan wel het samenwerkingsverband en personeel dat is benoemd of ten minste 6 maanden te werk gesteld zonder benoeming dat werkzaamheden verricht ten behoeve van meer dan een school;
- j.
‘onderwijswet’: de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet voortgezet onderwijs 2020;
- k.
‘geleding’: de afzonderlijke groepen van leden, bedoeld in artikel 3, derde lid.