Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/31/EU harmonisatie wetgevingen lidstaten inzake het op de markt aanbieden van niet-automatische weegwerktuigen
Artikel 6 Verplichtingen van fabrikanten
Geldend
Geldend vanaf 18-04-2014
- Bronpublicatie:
26-02-2014, PbEU 2014, L 96 (uitgifte: 29-03-2014, regelingnummer: 2013/31/EU)
- Inwerkingtreding
18-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2014, PbEU 2014, L 96 (uitgifte: 29-03-2014, regelingnummer: 2013/31/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
Wanneer fabrikanten hun werktuigen in de handel brengen die voor de in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met f), vermelde toepassingen zijn bedoeld, waarborgen zij dat die werktuigen overeenkomstig de essentiële eisen in bijlage I zijn ontworpen en vervaardigd.
2.
Voor werktuigen die voor de in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met f), bedoelde toepassingen zijn bedoeld, stellen fabrikanten de in bijlage II bedoelde technische documentatie op en voeren zij de in artikel 13 bedoelde relevante conformiteitsbeoordeling uit of laten deze uitvoeren.
Wanneer met de conformiteitsbeoordelingsprocedure is aangetoond dat een werktuig dat voor de in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met f), vermelde toepassingen is bedoeld, aan de toepasselijke eisen voldoet, stellen fabrikanten een EU-conformiteitsverklaring op en brengen zij de CE-markering en de aanvullende metrologische markering aan.
3.
Voor werktuigen die voor de in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met f), vermelde toepassingen zijn bedoeld, bewaren fabrikanten de technische documentatie en de EU-conformiteitsverklaring tot tien jaar nadat het werktuig in de handel is gebracht.
4.
Fabrikanten zorgen ervoor dat zij beschikken over procedures om de conformiteit van hun serieproductie met deze richtlijn te blijven waarborgen. Er wordt terdege rekening gehouden met veranderingen in het ontwerp of in de kenmerken van het werktuig en met veranderingen in de geharmoniseerde normen of in andere technische specificaties waarnaar in de conformiteitsverklaring van het werktuig is verwezen.
Indien dit gezien de risico's van een werktuig dat voor de in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met f), vermelde toepassingen is bedoeld passend wordt geacht, voeren fabrikanten steekproeven uit op de verhandelde werktuigen, onderzoeken zij klachten, niet-conforme werktuigen en teruggeroepen werktuigen en houden zij daarvan zo nodig een register bij, en houden zij de distributeurs steeds op de hoogte van dit toezicht.
5.
Fabrikanten zorgen ervoor dat op werktuigen die zij in de handel hebben gebracht een type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel als beschreven in bijlage III, is aangebracht.
Voor werktuigen die voor de in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met f), vermelde toepassingen zijn bedoeld, brengen de fabrikanten de in bijlage III, punt 1, vermelde opschriften aan.
Voor werktuigen die niet voor de in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met f), vermelde toepassingen zijn bedoeld, brengen de fabrikanten de in bijlage III, punt 2, vermelde opschriften aan.
Indien een werktuig dat voor in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met f), vermelde toepassingen is bedoeld, inrichtingen bevat, of is aangesloten op inrichtingen, die niet worden gebruikt of zijn bedoeld voor de in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met f), vermelde toepassingen, brengen de fabrikanten op elk van die inrichtingen het beperkend gebruikssymbool bepaald in artikel 18 en in bijlage III, punt 3, aan.
6.
Fabrikanten vermelden op het werktuig hun naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerde merknaam en het postadres waarop contact met hen kan worden opgenomen. Het adres vermeldt één enkel punt waar contact met de fabrikant opgenomen kan worden. De contactgegevens worden gesteld in een voor eindgebruikers en markttoezichtautoriteiten gemakkelijk te begrijpen taal.
7.
Fabrikanten zien erop toe dat het werktuig dat voor de in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met f), vermelde toepassingen is bedoeld, vergezeld gaat van instructies en informatie, in een door de betrokken lidstaat bepaalde taal die eindgebruikers gemakkelijk kunnen begrijpen. Die instructies en informatie, evenals eventuele etikettering, moeten duidelijk en begrijpelijk zijn.
8.
Fabrikanten die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen in de handel gebracht werktuig niet in overeenstemming is met deze richtlijn, nemen onmiddellijk de corrigerende maatregelen die nodig zijn om dat werktuig in overeenstemming te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Bovendien brengen fabrikanten, indien het werktuig een risico vertoont, de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij het werktuig op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.
9.
Fabrikanten verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan deze autoriteit op papier of elektronisch alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van het werktuig met deze richtlijn aan te tonen, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan alle genomen maatregelen om de risico's van de door hen in de handel gebrachte werktuigen uit te sluiten.