Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/31/EU harmonisatie wetgevingen lidstaten inzake het op de markt aanbieden van niet-automatische weegwerktuigen
Bijlage III Opschriften
Geldend
Geldend vanaf 18-04-2014
- Bronpublicatie:
26-02-2014, PbEU 2014, L 96 (uitgifte: 29-03-2014, regelingnummer: 2013/31/EU)
- Inwerkingtreding
18-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2014, PbEU 2014, L 96 (uitgifte: 29-03-2014, regelingnummer: 2013/31/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1. Werktuigen die voor de in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met f), vermelde toepassingen zijn bedoeld
1.1
Die werktuigen moeten op duidelijke, leesbare en onuitwisbare wijze zijn voorzien van de volgende opschriften:
- i)
voor zover van toepassing, het nummer van het certificaat van EU-typeonderzoek;
- ii)
de naam, de geregistreerde handelsnaam of de geregistreerde merknaam van de fabrikant,
- iii)
de nauwkeurigheidsklasse binnen een ovaal of binnen twee horizontale lijnen die door twee halve cirkels zijn verbonden;
- iv)
maximaal weegvermogen in de vorm ‘Max …’;
- v)
minimaal weegvermogen in de vorm ‘Min …’;
- vi)
ijkeenheid in de vorm e = …;
- vii)
type-, partij- of serienummer:
en, voor zover van toepassing:
- viii)
bij werktuigen bestaande uit afzonderlijke maar aangekoppelde delen: het identificatiemerkteken op elk onderdeel;
- ix)
afleeseenheid, indien niet gelijk aan e, in de vorm ‘d = …’;
- x)
tarra-optelvermogen in de vorm ‘T = + …’;
- xi)
tarra-aftrekvermogen, indien niet gelijk aan Max, in de vorm ‘T = − …’;
- xii)
tarra-afleeseenheid, indien niet gelijk aan d, in de vorm ‘dT = …’;
- xiii)
grensbelasting, indien niet gelijk aan Max, in de vorm ‘Lim …’;
- xiv)
bijzondere temperatuurgrenzen in de vorm ‘… °C/… °C’;
- xv)
verhouding gewichtendrager/lastdrager.
1.2
Deze werktuigen moeten adequate voorzieningen bevatten voor het aanbrengen van de conformiteitsmarkering en opschriften. Deze moeten van zodanige aard zijn dat de conformiteitsmarkering en de opschriften niet zonder beschadiging kunnen worden verwijderd en dat de conformiteitsmarkering en de opschriften zichtbaar zijn wanneer het werktuig zich in de normale gebruikspositie bevindt.
1.3
Indien van een opschriftenplaat gebruik wordt gemaakt, moet deze kunnen worden verzegeld, tenzij deze niet kan worden verwijderd zonder beschadiging. Indien de plaat kan worden verzegeld, moet er een controlemerkteken op kunnen worden aangebracht.
1.4
De opschriften Max, Min, e en d, moeten worden herhaald in de nabijheid van de aanwijzing van het resultaat, althans indien zij daar niet reeds zijn geplaatst.
1.5
Elke lastvereffeningsinrichting die verbonden is of verbonden kan worden met een of meer lastdragers, moet zijn voorzien van de desbetreffende opschriften met betrekking tot die lastdragers.
2
Werktuigen die niet voor de in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met f), vermelde toepassingen zijn bedoeld moeten op duidelijke, leesbare en onuitwisbare wijze zijn voorzien van:
- —
de naam, de geregistreerde handelsnaam of de geregistreerde merknaam van de fabrikant,
- —
het maximale weegvermogen in de vorm ‘Max …’.
Deze werktuigen mogen niet voorzien zijn van de aanvullende conformiteitsmarkering als beschreven in deze richtlijn.
3. Beperkend gebruikssymbool als bedoeld in artikel 18
Het beperkend gebruikssymbool wordt gevormd door een zwarte hoofdletter M op een rode vierkante ondergrond van minimaal 25 bij 25 mm, waarbij het geheel diagonaal is doorgekruist.