Einde inhoudsopgave
Besluit 2002/234/EGKS betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal
Bijlage II Financiële meerjarenrichtsnoeren voor het beheer van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal
Geldend
Geldend vanaf 24-07-2002
- Bronpublicatie:
27-02-2002, PbEG 2002, L 79 (uitgifte: 22-03-2002, regelingnummer: 2002/234/EGKS)
- Inwerkingtreding
24-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-02-2002, PbEG 2002, L 79 (uitgifte: 22-03-2002, regelingnummer: 2002/234/EGKS)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Punt 1
De financiële meerjarenrichtsnoeren voor het beheer van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (hierna de ‘financiële richtsnoeren’ genoemd) zijn in het schema opgenomen.
Punt 2
De financiële richtsnoeren worden in voorkomend geval om de vijf jaar herzien of aangevuld, waarbij de eerste periode van vijf jaar afloopt op 31 december 2007. Daartoe evalueert de Commissie uiterlijk in de eerste helft van het laatste jaar van iedere periode van vijf jaar de werking en de doeltreffendheid van de financiële richtsnoeren en stelt zij alle nuttig geachte wijzigingen voor.
Indien de Commissie zulks nodig acht, kan zij voor het eind van de periode van vijf jaar tot een dergelijke evaluatie overgaan en voorstellen voor eventuele nuttige wijzigingen bij de Raad indienen.
Schema bij bijlage II Financiële richtsnoeren voor het beheer van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal
1. Gebruik van middelen
- a)
De activa van de EGKS in liquidatie, inclusief haar leningenportefeuille en haar beleggingen, worden voorzover nodig gebruikt om aan de resterende verplichtingen van de EGKS te voldoen, wat betreft haar nog lopende opgenomen leningen, haar verplichtingen uit eerdere huishoudelijke begrotingen en eventuele niet te voorziene verplichtingen.
- b)
De activa van de EGKS in liquidatie die niet nodig zijn om aan de onder a) bedoelde verplichtingen te voldoen, worden zo belegd dat zij inkomsten genereren waarmee het onderzoek in de bij de kolen- en staalindustrie aanleunende sectoren kan worden voortgezet.
- c)
De activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal worden zo belegd dat zij inkomsten genereren waarmee het onderzoek in de bij de kolen- en staalindustrie aanleunende sectoren kan worden voortgezet.
2. Toewijzing van activa
Met inachtneming van punt 1 wijst de Commissie de activa toe aan de volgende drie categorieën:
- a)
reserves die nodig zijn om de crediteuren van de EGKS te garanderen dat alle aflossingen op haar nog lopende leningen en de rente daarop volledig en op tijd zullen worden betaald, zodat haar ‘AAA’-kredietwaardigheidsbeoordeling of een equivalent hiervan gehandhaafd blijft;
- b)
middelen om de betaling te waarborgen van alle bedragen waarvoor in de huishoudelijke begroting van de EGKS vóór het aflopen van het EGKS-Verdrag wettelijke betalingsverplichtingen zijn aangegaan;
- c)
middelen die niet meer nodig zijn voor bovengenoemde doeleinden (vanwege terugbetaling van leningen of rentebetalingen waarbij de reserves ongemoeid blijven, of vanwege het eventuele annuleren van budgettaire verplichtingen). Deze middelen worden aan beleggingscategorieën toegewezen.
3. Beleggingscategorieën
De in punt 2 bedoelde activa worden zo belegd dat de middelen indien nodig beschikbaar zijn, terwijl een zo hoog mogelijk rendement wordt verkregen en een hoge mate van veiligheid en stabiliteit op de lange termijn wordt gehandhaafd.
- a)
Om deze doelstellingen te verwezenlijken, zijn uitsluitend beleggingen in de volgende categorieën activa toegestaan:
- i)
termijndeposito's bij erkende banken;
- ii)
kapitaalmarktinstrumenten met een looptijd van minder dan een jaar, uitgegeven door erkende banken of door andere categorieën erkende emittenten;
- iii)
obligaties met vaste en met variabele rente met een looptijd van maximaal tien jaar, op voorwaarde dat deze zijn uitgegeven door een van de categorieën erkende emittenten;
- iv)
deelnemingen in erkende collectieve beleggingsfondsen, mits deze beleggingen beperkt blijven tot fondsen die een financiële index volgen, en dan alleen voor de in punt 2, onder c), bedoelde beleggingen.
- b)
De Commissie mag, met betrekking tot de onder a) genoemde categorieën activa, ook van de volgende transacties gebruik maken:
- i)
retrocessie- en omgekeerde retrocessieovereenkomsten, op voorwaarde dat de wederpartijen tot het verrichten van dergelijke transacties gemachtigd zijn, en op voorwaarde dat
- —
de uit hoofde van deze overeenkomsten gehouden effecten niet vóór het verval van de overeenkomst mogen worden doorverkocht aan andere partijen dan de bij de overeenkomst betrokken wederpartij, en
- —
de Commissie in staat blijft tot retrocessie van de door haar gecedeerde effecten bij het verval van de overeenkomst.
- ii)
obligatieleningen, maar alleen volgens de voorwaarden en de procedures van erkende clearingstelsels als Clearstream en Euroclear, of van toonaangevende financiële instellingen die in obligatieleningen gespecialiseerd zijn, die onderworpen zijn aan prudentiële regels die geacht worden tenminste gelijkwaardig aan de regels van de Gemeenschap te zijn.
- c)
‘Erkende’ wederpartijen, in de zin van deze richtsnoeren, zijn de wederpartijen die door de Commissie zijn geselecteerd overeenkomstig de regels en procedures van punt 7.
4. Beleggingslimieten
- a)
De beleggingen zijn aan de volgende limieten gebonden:
- i)
obligaties die door lidstaten of EU-instellingen worden uitgegeven of gewaarborgd: 250 miljoen euro per lidstaat of instelling;
- ii)
obligaties die door andere soevereine of supranationale leningnemers met ten minste een kredietbeoordeling ‘AA-’ of een equivalent hiervan worden uitgegeven of gewaarborgd: 100 miljoen euro per emittent of garant;
- iii)
deposito's en/of monetaire instrumenten van een erkende bank: het laagste van de volgende twee bedragen: 100 miljoen euro per bank of 5 % van de eigen middelen van de bank;
- iv)
obligaties van particuliere emittenten met ten minste een kredietbeoordeling ‘AAA’ of een equivalent hiervan:50 miljoen euro per emittent;
- v)
obligaties van particuliere emittenten met ten minste een kredietbeoordeling ‘AA-’ of een equivalent hiervan: 25 miljoen euro per emittent;
- vi)
activa van instellingen voor collectieve belegging met ten minste een kredietbeoordeling ‘AA-’ of een equivalent hiervan: 25 miljoen per beleggingsinstelling.
- b)
In geen enkele obligatie-uitgifte mag, met inachtneming van de onder a) aangegeven limieten, worden geparticipeerd voor meer dan 20 % van het totale bedrag van de uitgifte.
- c)
In geen enkele wederpartij mag, met inachtneming van de onder a) aangegeven limieten, en in voorkomend geval gecumuleerd voor alle instrumenten, worden geparticipeerd voor meer dan 20 % van de totale activa.
- d)
De in deze richtsnoeren bedoelde kredietbeoordelingen moeten afkomstig zijn van minstens een van de algemeen erkende grote internationale kredietbeoordelingsbureaus.
5. Overdracht naar de begroting van de Europese unie
De netto-inkomsten worden op de algemene begroting van de Europese Unie ingeschreven als geoormerkte baten en worden waar nodig overgeboekt van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal om te voldoen aan de betalingsverplichtingen uit hoofde van de begrotingslijn voor onderzoeksprogramma's in de bij de kolen- en staalindustrie aanleunende sectoren.
6. Verslaglegging
Over het beheer van de middelen wordt verantwoording afgelegd in de jaarlijkse winst- en verliesrekening en de jaarbalans voor de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal. Deze moeten berusten op algemeen aanvaarde boekhoudregels, vergelijkbaar met die welke voor de EGKS gelden, en in het bijzonder de Vierde Richtlijn 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen (1) en Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (2). De rekeningen worden goedgekeurd door de Commissie en onderzocht door de Rekenkamer. De Commissie doet voor de jaarlijkse controle van haar rekeningen een beroep op externe bedrijven.
7. Beheersprocedures
De Commissie verricht met betrekking tot de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal de bovengenoemde beheerstransacties in overeenstemming met deze richtsnoeren en met inachtneming van haar ten tijde van de ontbinding van de EGKS van kracht zijnde, of sindsdien gewijzigde, interne regels en procedures.
Elke drie maanden wordt een gedetailleerd verslag over de uit hoofde van deze richtsnoeren uitgevoerde beheerstransacties opgesteld en aan de lidstaten toegezonden.