Einde inhoudsopgave
Rijnvaartpolitiereglement 1995
Artikel 6.02a Vaarregels voor kleine schepen onderling
Geldend
Geldend vanaf 30-09-2023
- Bronpublicatie:
19-09-2023, Stb. 2023, 314 (uitgifte: 29-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-09-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2023, Stb. 2023, 314 (uitgifte: 29-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Waterrecht (V)
1.
Een klein motorschip moet uitwijken voor een klein schip, niet zijnde een motorschip.
2.
Een klein door spierkracht voortbewogen schip moet uitwijken voor een klein zeilschip.
3.
Indien de koersen van twee kleine motorschepen elkaar kruisen, zó dat gevaar voor aanvaring bestaat, moet:
- a.
indien zij recht of vrijwel recht tegen elkaar insturen, ieder van hen uitwijken naar stuurboord, om elkaar bakboord op bakboord voorbij te varen;
- b.
indien hun koersen elkaar kruisen, onverminderd de artikelen 6.13, 6.14 en 6.16, het kleine schip, dat het andere aan stuurboordszijde van zich heeft, uitwijken.
4.
Indien de koersen van twee kleine zeilschepen elkaar kruisen, zó, dat gevaar voor aanvaring bestaat, moet:
- a.
ingeval beide schepen over verschillende boeg liggen, het schip dat over stuurboordsboeg ligt uitwijken voor het schip dat over bakboordsboeg ligt;
- b.
ingeval beide schepen over dezelfde boeg liggen, het loefwaartse schip uitwijken voor het lijwaartse;
- c.
ingeval een schip dat over stuurboordsboeg ligt aan zijn loefzijde een schip ziet en niet met zekerheid kan bepalen of dat schip over stuurboords- dan wel over bakboordsboeg ligt, het daarvoor uitwijken.
Een klein zeilschip moet een ander klein zeilschip aan loef voorbijlopen. Loef is aan de zijde tegenover het gezette grootzeil.
5.
Een klein schip mag niet zodanig opkruisen, dat het een klein schip, dat zijn stuurboordswal houdt, dwingt uit te wijken.