Einde inhoudsopgave
Regeling op de advocatuur
Bijlage 4 Professioneel statuut voor de advocaat in dienstbetrekking
Geldend
Geldend vanaf 04-02-2022
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging en de datum van inwerkingtreding is de datum van de Staatscourant. Oorspronkelijke datum van afkondiging: 01-12-2014. Oorspronkelijke datum van inwerkingtreding: 01-01-2015.
- Bronpublicatie:
04-02-2022, Stcrt. 2022, 744 (uitgifte: 04-02-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-02-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-2022, Stcrt. 2022, 744 (uitgifte: 04-02-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
behorend bij artikel 25 van de Regeling op de advocatuur
De ondergetekenden:
- 1.
............................gevestigd te ...................................
verder te noemen `de werkgever´
- 2.
............................ wonende te ....................................
verder te noemen: `de werknemer´
overwegende:
- a.
Dat de werknemer sinds ............. bij de werkgever in dienst is als ........., welke
in volledige werktijd/in deeltijd namelijk ......... wordt vervuld;
- b.
Dat partijen het gewenst achten dat de werknemer (voortaan) zijn werkzaamheden binnen de onderhavige dienstbetrekking in de hoedanigheid van advocaat vervult en dat de werknemer wenst te worden ingeschreven/staat ingeschreven op het tableau in het arrondissement .............
als advocaat, terwijl hij in dienst treedt/blijft bij de werkgever;
- c.
Dat de werkgever een algemene en eigen verantwoordelijkheid draagt ten aanzien van de totale gang van zaken binnen zijn bedrijf;
- d.
Dat het beroep van advocaat in vrijheid en onafhankelijkheid dient te worden uitgeoefend krachtens de voor de advocaat geldende beroeps- en gedragsregels en dat de werknemer derhalve een eigen persoonlijke verantwoordelijkheid heeft met betrekking tot zijn beroepsmatig handelen als advocaat;
- e.
Dat naast de ter zake geldende arbeidsovereenkomst/ambtelijke verhouding een nadere overeenkomst noodzakelijk is waarbij de individuele verantwoordelijkheid van de advocaat in relatie tot de hierboven omschreven verantwoordelijkheid van de werkgever, zolang de praktijkuitoefening in de onderhavige dienstbetrekking voortduurt, wordt geregeld;
- f.
Dat artikel 5.12 van de Verordening op de advocatuur bepaalt dat de praktijkuitoefening in dienstbetrekking door de advocaat in dienst bij een werkgever als genoemd in artikel 5.9, onderdelen, e, f en g alsmede bij een werkgever als genoemd in artikel 5.9, onderdelen c en d, indien de zeggenschap over de praktijkrechtspersoon in meerderheid bij niet advocaten is belegd, slechts is toegestaan indien conform het model van het professioneel statuut als bedoeld in artikel 5.12, derde lid, de werkgever zich schriftelijk heeft verbonden de onafhankelijke praktijkuitoefening te eerbiedigen en de ongestoorde naleving van de beroeps- en gedragsregels van de advocaat te bevorderen, de bepalingen van die Verordening daaronder begrepen.
komen het navolgende overeen:
Artikel 1
De werknemer behoudt bij alle binnen de dienstbetrekking voorkomende werkzaamheden de hoedanigheid van advocaat en doet die hoedanigheid tegenover derden steeds duidelijk kenbaar zijn. De werkgever vermijdt dat tegenover derden de indruk wordt gewekt dat de werknemer ter zake van zijn werkzaamheden binnen die dienstbetrekking in enige andere hoedanigheid optreedt.
Artikel 2
De werkgever zal de vrije en onafhankelijke beroepsuitoefening van de werknemer eerbiedigen. Als werkgever onthoudt hij zich van al datgene dat invloed kan uitoefenen op het beroepsmatige handelen van de werknemer en de beroepsmatige vaststelling van een in een zaak te volgen beleidslijn, onverminderd het in artikel 7 bepaalde. De werkgever draagt er zorg voor dat de werknemer ter zake van het bovenstaande geen nadeel ondervindt waar het zijn positie als werknemer betreft.
Artikel 3
De werkgever stelt de werknemer in staat zijn verplichtingen uit hoofde van zijn lidmaatschap van de Nederlandse Orde van Advocaten en zijn plaatselijke Orde te vervullen, de stage- en opleidingsverplichtingen daaronder begrepen.
Artikel 4
- 1.
De werkgever stelt de werknemer in staat de voor de advocaat geldende beroeps- en gedragsregels na te leven. Hij staat er voor in dat de werknemer volledig vrij is zich niet met de behartiging van de belangen van twee of meer partijen te belasten indien de belangen van die partijen tegenstrijdig zijn of een daarop uitlopende ontwikkeling aannemelijk is.
- 2.
De werkgever stelt de werknemer in staat zijn verplichtingen als advocaat na te leven met betrekking tot de geheimhouding van gegevens en de vrije en onbelemmerde uitoefening van het verschoningsrecht ter zake van de door hem behandelde zaken en de aard en omvang van daarmee samenhangende belangen. De werkgever onthoudt zich van al hetgeen dat er toe strekt dat anderen dan de werknemer, de cliënt, door de cliënt aangewezen personen of het in de advocatenpraktijk werkzame personeel van die gegevens kennis kunnen nemen. De werkgever past zo nodig de organisatie en de inrichting van het bedrijf aan het bovenstaande aan en stelt de werknemer in staat door het verschaffen van toereikende hulpmiddelen zijn advocatenpraktijk naar behoren uit te oefenen.
Artikel 5
De werknemer is gehouden ten opzichte van de werkgever de aanwijzingen op te volgen die hem door of namens de werkgever worden gegeven ter bevordering van de orde en de goede gang van zaken binnen de organisatie, de kwaliteit der dienstverlening daaronder begrepen, zolang deze niet strijdig zijn met het in deze overeenkomst bepaalde.
Artikel 6
De werkgever stelt de werknemer in staat tijdens diens afwezigheid wegens vakantie, buitengewoon verlof of ziekte voor rekening van de werkgever zorg te dragen voor een passende waarneming van zijn werkzaamheden door een andere advocaat.
Artikel 7
De werkgever kan bepalen dat de werknemer ter zake van zijn praktijkuitoefening verantwoording verschuldigd is aan een of meer andere advocaten die de praktijk in dienstbetrekking bij de werkgever uitoefenen.
Artikel 8
Onverminderd het in het vorige artikel bepaalde zal verschil van inzicht over het beroepsmatige beleid van de werknemer bij de behandeling van hem toevertrouwde zaken geen reden mogen vormen voor eenzijdige beëindiging van de dienstbetrekking door de werkgever, of maatregelen die daartoe kunnen leiden.
Artikel 9
De werkgever zal de werknemer geen belemmering opleggen ten aanzien van werkzaamheden als advocaat, door hem te verrichten na het beëindigen van de onderhavige dienstbetrekking.
Artikel 10
Partijen kunnen elk de geschillen die terzake van de toepassing van deze overeenkomst mochten ontstaan voor bemiddeling en advies voorleggen aan de raad van de orde in het arrondissement waar de werknemer als advocaat kantoor houdt. Aan een dergelijk initiatief verleent de andere partij haar volle medewerking.
Artikel 11
Deze overeenkomst eindigt bij beëindiging van de onder a. bedoelde dienstbetrekking of zoveel eerder als de werknemer de hoedanigheid van in Nederland ingeschreven advocaat verliest. Deze bepaling laat onverlet de alsdan voortdurende verplichtingen van de werkgever ter zake van de geheimhouding van gegevens als omschreven in artikel 4, tweede lid.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te .............../.................
.................. ................
de werkgever de werknemer
Artikelsgewijze toelichting Professioneel statuut voor de advocaat in dienstbetrekking
Artikel 1
Ten opzichte van het publiek zal geen verwarring mogen ontstaan over de hoedanigheid waarin de advocaat naar buiten toe optreedt. Om de kans daarop uit te sluiten zal de advocaat in dienstbetrekking zijn werkzaamheden binnen die dienstbetrekking uitsluitend in de hoedanigheid van advocaat mogen verrichten.
Artikel 2 jo. artikel 5
In artikel 2 wordt de vrije en onafhankelijke beroepsuitoefening nader geconcretiseerd. Die vrijheid houdt in dat, onverminderd het in artikel 7 bepaalde, er binnen het bedrijf geen repercussies kunnen ontstaan indien het beroepsmatig handelen van de advocaat afwijkt van de inzichten van de werkgever.
De bepaling van artikel 2 laat vanzelfsprekend onverlet een normale instructiebevoegdheid van de werkgever die tegelijkertijd kan worden beschouwd als cliënt (van de bedrijfsjurist/advocaat). Vgl. in dit verband ook artikel 5: de werkgever kan van de werknemer verlangen dat aan bepaalde kwaliteitscriteria wordt voldaan, bijvoorbeeld het regelmatig rapporteren aan de cliënt over de voortgang in een zaak. Wel zal de bedrijfsjurist/advocaat de vrijheid moeten hebben bepaalde opdrachten te weigeren, indien deze zich niet verdragen met zijn professionele verantwoordelijkheid.
Artikelen 3 en 4
Deze artikelen garanderen de naleving van de verplichtingen van de advocaat uit hoofde van zijn lidmaatschap van de Nederlandse orde van advocaten en de orden in het arrondissement. De nadere uitwerking van de verplichtingen gegeven in artikel 4 draagt geen limitatief karakter. Onder beroeps- en gedragsregels wordt verstaan de voor de advocaat geldende wetten, verordening op de advocatuur, regeling op de advocatuur, gedragsregels en richtlijnen. Voor wat betreft de concrete naleving van de verplichting tot geheimhouding van gegevens en de onbelemmerde uitoefening van het verschoningsrecht zij verwezen naar de toelichting op de Richtlijnen met betrekking tot samenwerkingsverbanden van advocaten en andere (erkende) beroepsgroepen (Adv.bl. nr. 8, 14 april 1995, blz. 347).
Artikel 8
Artikel 8 vormt het sluitstuk op de door de werkgever gegeven waarborg in artikel 2. Beleidsmatig verschil van inzicht tussen de werknemer en de werkgever waar het de behandeling van de advocaat toevertrouwde zaken betreft zal geen aanleiding mogen vormen tot ontslag of maatregelen die daartoe kunnen leiden. Deze bepaling laat onverlet dat, gelijk ook zal gelden op een advocatenkantoor waar advocaten in loondienst werkzaam zijn bij vrijgevestigde advocaten, een besluit tot beëindiging van de dienstbetrekking of maatregelen die daartoe kunnen leiden wel door de werkgever zullen mogen worden genomen indien het functioneren van de werknemer niet beantwoordt aan wat van een goed werknemer mag worden verwacht. Dat geldt ook wanneer de omstandigheden zich zodanig hebben ontwikkeld dat, anders dan als gevolg van het verschil van inzicht in artikel 8 bedoeld, de samenwerking binnen de arbeidsverhouding niet meer naar behoren mogelijk is. Artikel 8 lijdt voorts uitzondering in de situatie dat de werknemer tekort schiet ter zake van zijn verantwoordelijkheden jegens de advocaat of advocaten die op de voet van artikel 7 in de organisatie boven hem zijn gesteld.
Artikel 10
Artikel 10 verschaft de partijen de mogelijkheid ter vermijding van een (werkelijk) arbeidsgeschil, onenigheden of onzekerheden over de toepassing van dit statuut uit de weg te ruimen. Aan de competentie van de kantonrechter doet deze bepaling vanzelfsprekend niet af.
Artikel 11
Het bepaalde in de laatste volzin van dit artikel heeft vanzelfsprekend beperkte toepassing in de gevallen dat de werkgever zelf de cliënt is (was) van de werknemer/advocaat.