Einde inhoudsopgave
Procesreglement bestuursrecht rechtbanken 2021
Artikel 2.15 Bijstand door een tolk ter zitting (de artikelen 8:59 en 8:60 van de Awb)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
13-09-2023, Stcrt. 2023, 32442 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-2023, Stcrt. 2023, 32442 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Vreemdelingenprocesrecht
Bestuursprocesrecht / Algemeen
1.
Bij een eerste beroep tegen een vrijheidsontnemende maatregel zorgt de bestuursrechter voor een tolk op de zitting indien betrokkene tolkbijstand behoeft. De bestuursrechter zorgt op verzoek voor een tolk als een partij in persoon is opgeroepen of als de bestuursrechter ambtshalve getuigen en/of deskundigen wil horen en tolkbijstand daarvoor nodig is. De tweede volzin vindt geen toepassing indien betrokkene de vrijheid is ontnomen en hij uitsluitend wordt opgeroepen omdat hij heeft verzocht te worden gehoord.
2.
De bestuursrechter zorgt voor een tolk op de zitting indien de zaak over een bestraffende sanctie gaat en tolkbijstand nodig is om te garanderen dat degene aan wie de bestraffende sanctie is opgelegd het verhandelde ter zitting kan volgen in een taal die hij verstaat.
3.
Een verzoek om tolkbijstand dient uiterlijk twee weken voor de zitting, of zo snel als redelijkerwijs mogelijk bij de bestuursrechter te worden ingediend. De bestuursrechter beslist binnen een week op dit verzoek.