Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko
Artikel 21 Verzoek om inlichtingen over banktransacties
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2012
- Bronpublicatie:
20-09-2010, Trb. 2010, 285 (uitgifte: 26-11-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2012, Trb. 2012, 221 (uitgifte: 04-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Op verzoek van de verzoekende partij, zal de aangezochte partij:
- a)
inlichtingen betreffende bankverrichtingen die in een bepaald tijdvak zijn uitgevoerd door middel van een of meer in het verzoek genoemde rekeningen, met inbegrip van de bijzonderheden betreffende de rekening van herkomst of bestemming, verstrekken;
- b)
gedurende een bepaald tijdvak de bankverrichtingen die worden uitgevoerd door middel van een of meer in het verzoek genoemde bankrekeningen onder toezicht plaatsen en de resultaten van dat toezicht doorgeven aan de verzoekende partij. De praktische details van het toezicht worden tussen de bevoegde autoriteiten van de aangezochte en de verzoekende partij overeengekomen.
2.
De toepassing van het eerste lid is beperkt tot zaken betreffende feiten die aan het verzoek ten grondslag liggen naar het recht van zowel de aangezochte partij als de verzoekende partij strafbaar zijn gesteld met een vrijheidsstraf van ten minste vier jaren.
3.
De aangezochte partij treft de nodige maatregelen om te waarborgen dat banken niet aan de betrokken cliënt of derden mededelen dat aan de verzoekende partij inlichtingen zijn verstrekt op grond van dit artikel.