Einde inhoudsopgave
Besluit markttoezicht registerloodsen
Artikel 1.1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
07-12-2021, Stb. 2021, 618 (uitgifte: 17-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2021, Stb. 2021, 618 (uitgifte: 17-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Toezicht en handhaving
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- —
A-tarief: tarief voor de aanvullende diensten, bedoeld in artikel 4.5;
- —
Bevoegde autoriteit: de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 1 van het Loodsplichtbesluit 2021;
- —
bijzonder transport: hetgeen op grond van artikel 1, vijfde lid, van de Scheepvaartverkeerswet mede wordt verstaan onder schip of zeeschip en hetgeen bij of krachtens artikel 4 van die wet wordt verstaan onder een bijzonder transport;
- —
call: combinatie van een inkomende en uitgaande reis in hetzelfde zeehavengebied;
- —
cluster van zusterschepen: twee of meer zusterschepen die door dezelfde natuurlijke persoon of rechtspersoon worden geëxploiteerd;
- —
consortium: twee of meer zusterschepen die onderdeel vormen van een samenwerkingsverband tussen meerdere natuurlijke personen of rechtspersonen waarin schepen regelmatig volgens een vast lijndienstschema, dat op een voor de sector gebruikelijke wijze bekend is gemaakt, eenzelfde vooraf bepaald zeehavengebied aanlopen;
- —
diepgang: grootste diepgang van een schip of een bijzonder transport gedurende de loodsdienst, bepaald in decimeters, waarbij meer dan een halve decimeter naar boven wordt afgerond en waarbij geen rekening wordt gehouden met een toename van de diepgang als gevolg van onvoorziene schade of een ongeval danwel met een tijdelijke toename van de diepgang:
- a.
ten behoeve van het systeem van het aan boord nemen van lading;
- b.
door het gebruik van een systeem voor aan- of afmeren; of
- c.
direct voorvloeiende uit het doel waarvoor het bijzonder transport wordt uitgevoerd;
- —
frequentiekorting: korting op de loodsgeldtarieven als bedoeld in artikel 4.9;
- —
inkomende reis: reis met een schip of een bijzonder transport ten behoeve waarvan loodsdiensten worden verricht:
- a.
vanaf zee tot de ligplaats op zee in een ankergebied of andere locatie; of
- b.
vanaf zee of vanaf de ligplaats op zee in een ankergebied of andere locatie tot de ligplaats in een zeehavengebied;
- —
loodsdienst: dienst van een registerloods, bedoeld in artikel 2, eerste tot en met vijfde lid, van de Loodsenwet;
- —
loodsvergoedingen:
vergoedingen ter dekking van de kosten verbonden aan de situaties genoemd in artikel 4.6, eerste lid;
- —
organisatie: krachtens artikel 15a, tweede lid, van de Scheepvaartverkeerswet aangewezen organisatie;
- —
rendez-vousreis: inkomende of uitgaande reis ten behoeve waarvan de loodsdienst begint of eindigt op een daarvoor door de bevoegde autoriteit op zee aanwezen locatie in of nabij de vaargeul die de aanloop vormt tot het betreffende zeehavengebied;
- —
S-tarief: starttarief als bedoeld in artikel 4.3, derde lid;
- —
schip: schip als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Scheepvaartverkeerswet of een zeeschip als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel c, van die wet dan wel hetgeen daarmee is gelijkgesteld of uitgezonderd op grond van artikel 1, derde lid, van die wet;
- —
T-speciaaltarief: T-tarief ten behoeve van de situaties, bedoeld in artikel 4.4;
- —
T-tarief: trajecttarief, bedoeld in artikel 4.3, vierde lid;
- —
uitgaande reis: reis met een schip of een bijzonder transport ten behoeve waarvan loodsdiensten worden verricht:
- a.
vanaf de ligplaats op zee in een ankergebied of andere locatie, naar zee toe;
- b.
vanaf de ligplaats in een zeehavengebied naar zee toe of naar een ligplaats op zee in een ankerplaats of andere locatie;
- —
verhaalreis: reis met een schip of een bijzonder transport ten behoeve waarvan loodsdiensten worden verricht anders dan een inkomende of uitgaande reis;
- —
wet:Loodsenwet;
- —
zee: Noordzee, de Waddenzee, inclusief de monding van de Eems, het Ranzelgat en het Dukegat en de monding van de Westerschelde inclusief de rede van Vlissingen;
- —
zeehavengebied: havengebied van Delfzijl-Eemshaven, Harlingen-Terschelling, Den Helder-Den Oever-Oudeschild, Amsterdam-IJmuiden, Rotterdam-Rijnmond inclusief Dordrecht, Moerdijk en Scheveningen of Scheldemonden;
- —
zusterschepen: schepen die ten opzichte van elkaar voldoen aan de volgende eisen:
- 1°
gelijkheid van type, volgens Lloyd's Register of Ships;
- 2°
een verschil in de lengte over alles, de maximale diepgang op de zomerlastlijn, alsmede de maximale breedte van, respectievelijk, niet meer dan 10%, 15% en 20%;
- 3°
overeenkomstige uitrusting en inrichting van de brug en de navigatie-instrumenten, en,
- 4°
overeenkomende manoeuvreereigenschappen, in het bijzonder ten aanzien van de aanwezigheid van boeg- en hekschroeven en het type en het aantal schroeven en roeren.