Einde inhoudsopgave
Scheepvaartverkeerswet
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2019
- Bronpublicatie:
05-06-2019, Stb. 2019, 223 (uitgifte: 24-06-2019, kamerstukken: 35121)
- Inwerkingtreding
21-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-07-2019, Stb. 2019, 281 (uitgifte: 23-08-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot:
- a.
het deelnemen aan het scheepvaartverkeer op scheepvaartwegen;
- b.
verkeerstekens;
- c.
bekendmakingen met dezelfde strekking als een verkeersteken;
- d.
verkeersaanwijzingen;
- e.
het ontvangen, bewaren en verstrekken van gegevens met betrekking tot de scheepvaart door het bevoegd gezag en door organisaties en personen die niet deelnemen aan het scheepvaartverkeer.
2.
De in het eerste lid, onder a, bedoelde regels kunnen slechts inhouden:
- a.
verplichtingen met betrekking tot:
- 1°
het varen en het ligplaats nemen met schepen en andere vaartuigen;
- 2°
het tonen van optische tekens door schepen en andere vaartuigen;
- 3°
het geven van geluidsseinen door schepen;
- 4°
de aanwezigheid en het gebruik van bepaalde navigatiemiddelen aan boord van schepen;
- 5°
de aanwezigheid en het gebruik van bepaalde communicatiemiddelen aan boord van schepen;
- 6°
het aanbrengen van kentekens op schepen;
- b.
andere verplichtingen van verkeersdeelnemers of andere personen aan boord van schepen en andere vaartuigen met betrekking tot het deelnemen aan het scheepvaartverkeer;
- c.
verplichtingen van andere personen dan die genoemd in onderdeel b, met betrekking tot het deelnemen aan het scheepvaartverkeer.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor daarin aangewezen scheepvaartwegen in afwijking van of in aanvulling op de krachtens het eerste lid, onder a, te stellen regels andere regels met betrekking tot het deelnemen aan het scheepvaartverkeer worden gesteld. Daarin kunnen aan degenen die een schip voeren, naast verplichtingen met betrekking tot de in het tweede lid bedoelde onderwerpen, verplichtingen worden opgelegd, die al dan niet gericht zijn op het deelnemen aan verkeersbegeleiding en onder andere betrekking hebben op het melden van aankomst, vertrek of positie van een schip, alsmede van gegevens met betrekking tot het schip, de daarmee vervoerde lading, de opvarenden of de uit te voeren reis.
4.
Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de apparatuur en de softwaretoepassingen die ten behoeve van River Information Services worden gebruikt door het bevoegd gezag en organisaties en personen die niet deelnemen aan het scheepvaartverkeer.