Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds
Artikel 215 Nietigheid of weigering van inschrijving
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Redactionele toelichting
Voorlopige toepassing vanaf 01-01-2016.
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 160 (uitgifte: 21-08-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-08-2017, Trb. 2017, 147 (uitgifte: 25-08-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
De EU-partij en Oekraïne kunnen alleen in de volgende gevallen bepalen dat de registratie van een tekening of model op materiële gronden wordt geweigerd of dat deze of dit op materiële gronden nietig wordt verklaard:
- a.
indien de tekening of het model niet overeenkomt met de definitie in artikel 212, onder a), van deze overeenkomst;
- b.
indien de tekening of het model niet voldoet aan de vereisten van artikel 213 en artikel 217 (leden 3, 4 en 5) van deze overeenkomst;
- c.
indien de houder van het recht krachtens een rechterlijke uitspraak geen recht heeft op de tekening of het model;
- d.
indien de tekening of het model in strijd is met een eerdere tekening die of een eerder model dat beschikbaar is gesteld aan het publiek na de datum van indiening van de aanvraag of, indien aanspraak op voorrang wordt gemaakt, na de datum van voorrang, en beschermd is vanaf een datum voorafgaand aan genoemde datum door een ingeschreven tekening of model of een aanvraag voor een tekening of model;
- e.
indien in een latere tekening of een later model gebruik wordt gemaakt van een onderscheidend teken en de wetgeving van de betrokken partij die van toepassing is op die tekening of dat model, de houder van het recht op het teken het recht verleent om een dergelijk gebruik te verbieden;
- f.
indien de tekening of het model een ongeoorloofd gebruik vormt van een werk dat beschermd is op grond van de auteursrechtenwetgeving van de betrokken partij;
- g.
indien de tekening of het model een oneigenlijk gebruik vormt van een van de in artikel 6 ter van het Verdrag van Parijs genoemde zaken of van badges, emblemen en wapenschilden die niet onder genoemd artikel 6 ter vallen en die in een partij van bijzonder openbaar belang zijn.
Dit lid laat het recht van de partijen tot het stellen van formele eisen voor aanvragen met betrekking tot tekeningen of modellen onverlet.
2.
Een partij kan als alternatief voor nietigheid bepalen dat een tekening die of model dat op de in lid 1 van dit artikel vermelde gronden nietig kan worden verklaard, beperkt wordt in het gebruik.