Einde inhoudsopgave
Faillissementswet
Artikel 223 [Duur der surseance]
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2005
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met aanpassing van de spelling en nummering van de leden.
- Bronpublicatie:
24-11-2005, Stb. 2005, 600 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2005, Stb. 2005, 600 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Surseance van betaling
1.
Bij het definitief verlenen der surseance bepaalt de rechtbank haar duur ten hoogste op anderhalf jaar. Indien de surseance is geëindigd door het verloop van de termijn waarvoor zij is verleend, doen de bewindvoerders daarvan aankondiging in de Staatscourant.
2.
Vóór het einde der surseance kan door de schuldenaar eenmaal of meermalen haar verlenging voor ten hoogste anderhalf jaar worden gevraagd. Het verzoek wordt behandeld op dezelfde wijze als een verzoek tot verlening van surseance. Zolang bij afloop der surseance op een verzoek tot verlenging nog niet is beschikt, blijft de surseance gehandhaafd. De door de rechtbank gewezen beschikking wordt bekendgemaakt op de wijze als in het eerste lid is bepaald.