Einde inhoudsopgave
Faillissementswet
Artikel 246 [Uitstel verhoor schuldeisers]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Bronpublicatie:
13-07-2016, Stb. 2016, 290 (uitgifte: 21-07-2016, kamerstukken: 34212)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2017, Stb. 2017, 174 (uitgifte: 04-05-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Surseance van betaling
1.
Indien de rechtbank van oordeel is, dat de behandeling van het verzoek tot intrekking van de surseance niet zal zijn beëindigd vóór de dag, waarop de schuldeisers of, indien van toepassing, De Nederlandsche Bank N.V. krachtens artikel 215, tweede lid, worden gehoord, gelast zij, dat de griffier de schuldeisers schriftelijk zal mededelen, dat dit verhoor op die dag niet zal worden gehouden.
2.
Zo nodig bepaalt zij later de dag waarop dit verhoor alsnog zal plaats vinden; de schuldeisers of, indien van toepassing, De Nederlandsche Bank N.V. worden door de griffier schriftelijk opgeroepen.