Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
7.3 Misleiden omtrent identiteit of nationaliteit en/of informatie achterhouden
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, Stcrt. 2024, 19165 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: WBV 2024/12)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, Stcrt. 2024, 19165 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: WBV 2024/12)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Onder misleiden wordt verstaan: de vreemdeling probeert in een gunstiger positie te komen door bewust informatie te verstrekken die aantoonbaar onjuist is of informatie achter te houden. Hij probeert als het ware de autoriteiten op het verkeerde been te zetten, om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning.
Van misleiden is in ieder geval sprake indien:
- •
de vreemdeling onjuiste gegevens heeft verstrekt
- •
de vreemdeling valse of vervalste identiteits-, reis- of nationaliteitsdocumenten heeft overgelegd en stelt dat deze echt zijn;
- •
de vreemdeling valse of onjuiste informatie heeft verstrekt over zijn identiteit, nationaliteit of reisroute;
- •
de vreemdeling relevante informatie of documenten heeft achtergehouden dan wel zich heeft ontdaan van deze documenten, zoals bijvoorbeeld een identiteitsdocument, reisdocumenten met uitreisstempels of inreisvisum;
- •
een andere identiteit of nationaliteit uit de systemen naar voren komt dan opgegeven bij de IND;
- •
er aanwijzingen zijn dat sprake is van vingermutilatie; of
- •
een taalanalyse uitwijst dat de vreemdeling niet vandaan komt waar hij stelt vandaan te komen.
Bij ‘identiteitsdocumenten’ moet het gaan om documenten die specifiek te herleiden zijn tot de betreffende vreemdeling, hetzij door middel van een pasfoto, hetzij door middel van biometrische gegevens.
De IND verklaart niet zonder meer een aanvraag kennelijk ongegrond wanneer identiteits- of nationaliteitsdocumenten (toerekenbaar) ontbreken. Er moet sprake zijn van een zekere ‘opzettelijkheid’.
In de volgende gevallen is wel sprake van het toerekenbaar ontbreken van documenten, maar niet zonder meer van ‘misleiden’ door documenten achter te houden:
- •
Als de vreemdeling documenten in Nederland of in enig ander land waar hij veilig was verliest, zonder dat daarbij sprake is van een zekere opzettelijkheid; of
- •
Als de vreemdeling verklaart dat de documenten zijn afgegeven aan de reisagent, zonder dat daarbij sprake is van een zekere opzettelijkheid.
De verklaringen van de vreemdeling omtrent het verlies dan wel de omstandigheden waaronder hij de documenten heeft afgegeven dienen geloofwaardig te zijn.