Einde inhoudsopgave
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Artikel 165e [Zekerheidsrecht, voorrecht of verrekening]
Geldend
Geldend vanaf 03-01-2018
- Bronpublicatie:
20-12-2017, Stb. 2017, 513 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2017, Stb. 2017, 514 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 (20-12-2017, Stb. 512).
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Een zakelijk zekerheidsrecht, een voorrecht of een recht van verrekening op financiële instrumenten of gelden van cliënten die een derde in staat stelt financiële instrumenten of gelden van cliënten te vervreemden ter voldoening van vorderingen die geen betrekking hebben op de cliënt of op de dienstverlening aan de cliënt is niet toegestaan tenzij de financiële instrumenten of gelden worden aangehouden in een staat die geen lidstaat is waar dit wettelijk is voorgeschreven.
2.
Een beleggingsonderneming informeert de cliënt over het bestaan en de voorwaarden van een zakelijk zekerheidsrecht, een voorrecht of een recht van verrekening als bedoeld in het eerste lid die een derde heeft gevestigd op financiële instrumenten of gelden van de cliënt alsmede over de risico’s die hieraan zijn verbonden.
3.
De beleggingsonderneming vermeldt in de overeenkomst met de cliënt, bedoeld in artikel 4:89, tweede lid, en in haar eigen administratie de vestiging van een zakelijk zekerheidsrecht, een voorrecht of recht van verrekening op de financiële instrumenten of gelden van een cliënt.