Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 126f [Sluiting onderzoek. Heropening]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2011
- Bronpublicatie:
31-03-2011, Stb. 2011, 171 (uitgifte: 12-04-2011, kamerstukken: 32194)
- Inwerkingtreding
01-07-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-05-2011, Stb. 2011, 237 (uitgifte: 24-05-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
Zodra de officier van justitie oordeelt dat het strafrechtelijk financieel onderzoek is voltooid of dat tot de voortzetting daarvan geen grond bestaat, sluit hij het onderzoek bij schriftelijke gedagtekende beschikking.
2.
Indien de verdachte bij de einduitspraak terzake van het strafbare feit of het misdrijf, bedoeld in artikel 36e, eerste onderscheidenlijk derde lid, van het Wetboek van Strafrecht, niet wordt veroordeeld, sluit de officier het strafrechtelijk financieel onderzoek evenzo. In dat geval is de officier bevoegd van de rechter-commissaris heropening van het strafrechtelijk financieel onderzoek te vorderen, zodra de verdachte alsnog terzake van het tenlastegelegde feit wordt veroordeeld.
3.
De officier zendt een afschrift van zijn beschikking tot sluiting van het strafrechtelijk financieel onderzoek aan de rechter-commissaris en doet een afschrift van zijn beschikking aan degene tegen wie het is gericht betekenen, onder mededeling van het recht tot kennisneming van de stukken van het onderzoek.
4.
Onverminderd het bepaalde in het tweede lid, de artikelen 511d, tweede en derde lid, 511e, tweede lid, en 511g, tweede lid, onder c, kan een gesloten strafrechtelijk financieel onderzoek worden heropend krachtens een nadere machtiging van de rechter-commissaris, op vordering van de officier van justitie verleend. Het vierde lid van artikel 126 is van toepassing.
5.
Een nadere machtiging wordt zo spoedig mogelijk met de vordering waarop zij rust aan degene tegen wie het onderzoek is gericht betekend. De voorgaande leden zijn van toepassing.