Einde inhoudsopgave
Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie
Artikel 14 Definitieve afrekening tandarts
Geldend
Geldend vanaf 11-05-2005
- Bronpublicatie:
12-04-2005, Stb. 2005, 224 (uitgifte: 10-05-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-05-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-04-2005, Stb. 2005, 224 (uitgifte: 10-05-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Na afloop van het kalenderjaar wordt de totale realisatie van de omzet van de tandarts door zorg van het hoofd tandheelkundige dienst getoetst aan de raming van de omzet. Het vaststellen van het bijbehorende salaris geschiedt aan de hand van de in bijlage C opgenomen tabel.
2.
Indien de maximale omzet werd geraamd en er meer dan het maximum werd gerealiseerd vindt geen nabetaling van salaris plaats.
3.
Indien een omzet werd geraamd, die lager is dan de maximale omzet, en er vervolgens meer is gerealiseerd dan geraamd, volgt suppletie van het te weinig betaalde salaris tot ten hoogste het maximum salarisbedrag.
4.
Indien er minder omzet is gerealiseerd dan geraamd wordt na toepassing van het zesde lid het te veel betaalde salaris teruggevorderd. De terugvordering vindt plaats in het volgende kalenderjaar in twaalf gelijke maandtermijnen.
5.
Het bedrag van de terugvordering dan wel van de suppletie behoort tot de grondslag voor de berekening van de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering.
6.
Het aantal werkdagen van het afgesloten kalenderjaar wordt vastgesteld door het aantal van 254 roosterdagen te verminderen met het daadwerkelijke aantal dagen van afwezigheid. Indien het aantal werkdagen op jaarbasis minder bedraagt dan 190 dan wel het deeltijdaantal daarvan, kan de gerealiseerde jaaromzet lager uitvallen dan geraamd. Indien het verminderde aantal werkdagen aantoonbaar is en bovendien buiten de schuld van de tandarts is ontstaan, stelt het hoofd tandheelkundige dienst de gerealiseerde jaaromzet opwaarts bij.
7.
Door het hoofd tandheelkundige dienst wordt onder meer in de volgende gevallen het verminderd aantal werkdagen opwaarts bijgesteld:
- a.
langdurige ziekte;
- b.
buitengewoon verlofdagen;
- c.
het werken zonder assistentie ondanks inspanning om in vervanging te voorzien, waardoor de tandarts een geringere dagomzet realiseert;
- d.
meer dan gemiddeld aantal niet verschenen patiënten, mits de tandarts aantoonbare actie heeft ondernomen ter voorkoming van het niet op de afspraak verschijnen van patiënten;
- e.
meer dan gemiddeld aantal onderhoud- en reparatiewerkzaamheden aan de tandheelkundige installatie;
- f.
tijdelijke afname van het patiëntenbestand, bijvoorbeeld ten gevolge van uitzending;
- g.
deelname aan overleg- of projectgroepen.
8.
In afwijking van de vorige leden geldt voor de tandarts, die de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, dat terugbetaling in geval van het niet realiseren van de geraamde omzet achterwege blijft indien de gerealiseerde omzet minder dan 5% lager is dan de geraamde omzet. Indien het verschil tussen de geraamde en de gerealiseerde omzet meer bedraagt dan 5%, vindt terugbetaling uitsluitend over het meerdere plaats.