Einde inhoudsopgave
Richtlijn 91/674/EEG betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen
Artikel 49
Geldend
Geldend vanaf 23-12-1991
- Bronpublicatie:
19-12-1991, PbEG 1991, L 374 (uitgifte: 31-12-1991, regelingnummer: 91/674/EEG)
- Inwerkingtreding
23-12-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-1991, PbEG 1991, L 374 (uitgifte: 31-12-1991, regelingnummer: 91/674/EEG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
1.
In het geval van terreinen en gebouwen wordt onder actuele waarde verstaan de op de datum van waardering vastgestelde marktwaarde, eventueel verminderd overeenkomstig de leden 4 en 5.
2.
Onder marktwaarde wordt verstaan de prijs waartegen de terreinen en gebouwen op de datum van waardering bij onderhandse overeenkomst tussen een willige verkoper en een van de verkoper onafhankelijke koper zouden kunnen worden verkocht, waarbij wordt aangenomen dat de betrokken goederen openlijk op de markt worden aangeboden, dat de marktvoorwaarden een regelmatige transactie mogelijk maken en dat, de aard van de goederen in aanmerking genomen, een normaal tijdsbestek beschikbaar is om over de verkoop te onderhandelen.
3.
De marktwaarde wordt bepaald door afzonderlijke waardering van elk terrein en van elk gebouw ten minste om de vijf jaar overeenkomstig een methode die algemeen wordt erkend of die door de met het toezicht op verzekeringsondernemingen belaste autoriteiten wordt erkend. Artikel 35, lid 1, onder b), van Richtlijn 78/660/EEG is niet van toepassing.
4.
Wanneer sedert de laatste waardebepaling overeenkomstig lid 3 de waarde van een terrein of gebouw is verminderd, wordt een passende waardecorrectie uitgevoerd. De aldus berekende lagere waarde wordt in de volgende balansen niet verhoogd, tenzij een dergelijke verhoging voortvloeit uit een nieuwe bepaling van de marktwaarde overeenkomstig de leden 2 en 3.
5.
Wanneer op de dag waarop de jaarrekening wordt opgesteld, terreinen en gebouwen zijn verkocht of het voornemen bestaat deze op korte termijn te verkopen, wordt de overeenkomstig de leden 2 en 4 berekende waarde verminderd met de gemaakte of geraamde realisatiekosten.
6.
Wanneer de marktwaarde van een terrein of gebouw niet kan worden bepaald, wordt de op basis van het beginsel van de aanschaffings- of vervaardigingskosten berekende waarde als de actuele waarde beschouwd.
7.
De methode aan de hand waarvan de actuele waarde van de terreinen en gebouwen is bepaald, alsmede de uitsplitsing van de terreinen en gebouwen naar het boekjaar waarin zij zijn gewaardeerd, worden in de toelichting vermeld.