Einde inhoudsopgave
Richtlijn 91/674/EEG betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen
Artikel 46
Geldend
Geldend vanaf 17-07-2003
- Bronpublicatie:
18-06-2003, PbEU 2003, L 178 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 2003/51/EG)
- Inwerkingtreding
17-07-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2003, PbEU 2003, L 178 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 2003/51/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
1.
De Lid-Staten kunnen voorschrijven of toestaan dat de onder actiefpost C vermelde beleggingen worden gewaardeerd op basis van de actuele waarde, berekend overeenkomstig de artikelen 48 en 49.
2.
De onder actiefpost D bedoelde beleggingen worden gewaardeerd op basis van hun actuele waarde.
3.
Wanneer de beleggingen tegen aanschaffingskosten gewaardeerd zijn, wordt in de toelichting de actuele waarde vermeld.
De Lid-Staten waar op het moment van de kennisgeving van deze richtlijn de beleggingen tegen aanschaffingskosten worden gewaardeerd, kunnen de verzekeringsondernemingen echter toestaan dat zij de actuele waarde van de beleggingen van actiefpost C I ten laatste vijf jaar, en de actuele waarde van de overige beleggingen ten laatste drie jaar na de in artikel 70, lid 1, bedoelde datum voor het eerst in de toelichting vermelden.
4.
Wanneer de beleggingen op basis van hun actuele waarde worden gewaardeerd, worden de aanschaffingskosten in de toelichting vermeld.
5.
Dezelfde waarderingsmethode wordt toegepast voor alle beleggingen die onder een met een arabisch cijfer aangeduide post of onder actiefpost C I staan.
De lidstaten kunnen afwijkingen van deze eis toestaan.
6.
De voor elke post van de beleggingen toegepaste methode(n) wordt (worden) samen met de aldus vastgestelde bedragen in de toelichting vermeld.