Einde inhoudsopgave
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994
Artikel 24 [Tarief bestelauto]
Geldend
Geldend van 01-01-2020 tot 01-01-2026
- Redactionele toelichting
De oorspronkelijke inwerkingtreding van deze wijziging is uitgesteld bij de wet van 19-12-2018, Stb. 506. Inwerkingtreding voorheen: 01-01-2019 (bron iwtr.: 06-07-2017, Stb. 275).
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stb. 2016, 275 jo Stb. 2019, 512 (uitgifte: 27-12-2019, kamerstukken: 35303)
06-07-2016, Stb. 2016, 275 jo Stb. 2019, 512 (uitgifte: 14-07-2016, kamerstukken: 34391)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 512 (uitgifte: 27-12-2019, kamerstukken: 35303)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt bij het KB van 21-11-2019, Stb. 449 tegelijk in werking met art. XVI van de Overige fiscale maatregelen 2020 (18-12-2019, Stb. 512).
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Motorrijtuigenbelasting
1.
Artikel 23, eerste tot en met derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
2.
Het bedrag van de belasting wordt voor een bestelauto:
- a.
met aandrijving door een kracht die wordt ontleend aan dieselolie of een product dat ingevolge artikel 28 van de Wet op de accijns gelijkwaardig is aan gasolie of een combinatie van deze brandstoffen; en
- b.
waarvan de datum eerste toelating, genoemd in het kentekenregister, bij de aanvang van het tijdvak 12 jaar of langer geleden gelegen is,
verhoogd met een fijnstoftoeslag van 15 percent van dat bedrag indien de fijnstofuitstoot meer bedraagt dan de fijnstofwaarden, genoemd in artikel 23, vierde lid.
3.
Wanneer de fijnstofuitstoot, bedoeld in het tweede lid, niet is geregistreerd in het kentekenregister en de datum eerste toelating, genoemd in het kentekenregister, is gelegen voor 1 september 2009 dan wel indien in het kentekenregister is geregistreerd dat het roetfilter is verwijderd, wordt de betreffende bestelauto, behoudens tegenbewijs, geacht een fijnstofuitstoot te hebben van meer dan 5 milligram per kilometer, onderscheidenlijk 10 milligram per kilowattuur.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van het derde lid.