Einde inhoudsopgave
Regeling diergeneesmiddelen 2022
Artikel 3.1 Levering van diergeneesmiddelen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 3.1 (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
29-11-2022, Stcrt. 2022, 32903 (uitgifte: 07-12-2022, regelingnummer: WJZ/ 22519768)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2022, Stcrt. 2022, 32903 (uitgifte: 07-12-2022, regelingnummer: WJZ/ 22519768)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
1.
Een kleinhandelaar levert uitsluitend een diergeneesmiddel aan een houder van een dier indien:
- a.
- b.
het een diergeneesmiddel betreft als bedoeld in artikel 2.1;
- c.
de kleinhandelaar een dierenarts is die het dier op zijn verantwoordelijkheid door de houder van het dier laat behandelen overeenkomstig de artikelen 112, 113 of 114 van verordening (EU) nr. 2019/6;
- d.
de minister op grond van de artikelen 110, tweede, derde of vijfde lid, of 116 van verordening (EU) nr. 2019/6 het gebruik van het diergeneesmiddel heeft toegestaan;
- e.
het diergeneesmiddel wordt toegepast overeenkomstig artikel 106, vijfde lid, van verordening (EU) nr. 2019/6; of
- f.
het diergeneesmiddel:
- 1°
in een apotheek of door een andere persoon voor een bepaald dier of een kleine groep dieren is bereid; of
- 2°
in een apotheek overeenkomstig de aanwijzingen van een farmacopee is bereid en voor directe verstrekking aan de eindgebruiker is bestemd.
2.
Een kleinhandelaar levert een voorschriftplichtig diergeneesmiddel uitsluitend aan een houder van een dier nadat de dierenarts het diergeneeskundig voorschrift heeft opgesteld.