Einde inhoudsopgave
Schepenwet
Artikel 69
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 339 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32186)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Onafhankelijk van het bepaalde in artikel 67 is een ambtenaar van de Scheepvaartinspectie gerechtigd tot aanhouding van een schip van vreemde nationaliteit dat niet ingevolge de artikelen 2 of 2bis onder de bepalingen van deze rijkswet valt, indien dit schip:
- a.
vanuit een haven in Aruba, Curaçao of Sint Maarten of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba een reis zal ondernemen, en
- b.
tengevolge van de ondeugdelijke toestand van de romp, de werktuigen, de inrichting of de uitrusting, of ten gevolge van een ondoelmatige belading dan wel een onvoldoende bemand zijn, een gevaar voor de opvarenden oplevert.
2.
Op een schip als bedoeld in het eerste lid van dit artikel is van overeenkomstige toepassing het bepaalde in:
- a.
de artikelen 16, tweede lid, onder b, c en d, vijfde lid, 17, eerste en tweede lid, en 68;
- b.
Hoofdstuk VI, paragraaf 1 en 2, met uitzondering van het bepaalde in de artikelen 52, eerste en tweede lid, 53 en 55.
3.
De consulaire ambtenaar is bevoegd iemand aan te wijzen om met den ambtenaar de zaak te onderzoeken.
4.
Deelt deze persoon de ongunstige meening van den ambtenaar, dan wordt de aanhouding van het schip niet opgeheven, totdat zulks op grond van artikel 16, vijfde lid, dient te geschieden.
5.
Deelt deze persoon de ongunstige mening van de ambtenaar niet, dan kan tegen de aanhouding beroep worden ingesteld, overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstuk II, § 4.
6.
In het Europese deel van Nederland en in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is afdeling 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid bedoelde bevoegdheid.