Einde inhoudsopgave
Loodsplichtbesluit 2021
Artikel 11 Toezicht op de houder van een PEC
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Redactionele toelichting
Dit besluit is in werking getreden voor de zeehavengebieden Delfzijl-Eemshaven, Den Helder-Harlingen-Terschelling, Amsterdam-IJmond, Rotterdam-Rijnmond-Zuid-Holland-achterland en Scheveningen.
- Bronpublicatie:
24-09-2020, Stb. 2020, 378 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-2020, Stb. 2020, 378 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De bevoegde autoriteit is belast met het toezicht op de naleving door de houder van een PEC van de artikelen 4, vijfde lid, 8 tot en met 10.
2.
De bevoegde autoriteit kan een PEC al dan niet tijdelijk, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
- a.
de houder niet aan de op hem van toepassing zijnde frequentie-eis voldoet;
- b.
de houder, de beperkingen en voorschriften, bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10, niet nakomt;
- c.
de houder de krachtens artikel 4 van de Scheepvaartverkeerswet vastgestelde reglementen of de in het betreffende zeehavengebied anderszins geldende wettelijke bepalingen niet nakomt;
- d.
de houder niet handelt zoals het een goed verkeersdeelnemer betaamt; of
- e.
het zeeschip waarvoor het PEC is afgegeven zodanig is verbouwd, dat in redelijkheid niet meer gesteld kan worden dat het certificaat op dat schip betrekking heeft.