Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet verordening Europese executoriale titel
Artikel 2 [Waarmerking van Nederlandse rechterlijke beslissing als EET bij verzoek]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Bronpublicatie:
13-07-2016, Stb. 2016, 290 (uitgifte: 21-07-2016, kamerstukken: 34212)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2017, Stb. 2017, 174 (uitgifte: 04-05-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
Een verzoek om waarmerking van een door een Nederlands gerecht gegeven beslissing of een of meer gedeelten daarvan als Europese executoriale titel als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de verordening wordt ingediend bij de voorzieningenrechter van dat gerecht. Betreft het een beslissing van een kantonrechter, dan wordt het verzoek gedaan aan de kantonrechter. Betreft het een beslissing van een gerechtshof, dan wordt het verzoek gedaan aan het gerechtshof. De rechter beslist onverwijld op het verzoek. De schuldenaar wordt niet opgeroepen.
2.
Bij het verzoekschrift, bedoeld in het eerste lid, worden een authentiek afschrift van de beslissing waarvan de waarmerking wordt gevraagd, en het procesinleidend stuk dat tot de beslissing heeft geleid, overgelegd. Het verzoekschrift bevat daarnaast voor zover mogelijk de gegevens die de rechter nodig heeft om de beslissing volgens bijlage I bij de verordening als Europese executoriale titel te kunnen waarmerken. Bij ongenoegzaamheid van de bij het verzoekschrift overgelegde documenten of gegevens wordt aan de verzoeker de gelegenheid tot aanvulling gegeven.
3.
Het verzoekschrift, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend door een deurwaarder of een advocaat. Voor de waarmerking van een beslissing van de kantonrechter is de bijstand van een deurwaarder of advocaat niet vereist.
4.
Een verzoek om waarmerking van een beslissing als Europese executoriale titel kan ook worden gedaan in het geding dat tot die beslissing moet leiden. Alsdan wordt het verzoek gedaan in het procesinleidend stuk of in de loop van het geding. Een dergelijk verzoek wordt niet aangemerkt als een verandering of een vermeerdering van eis.