Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling GLB 2023
Artikel 28 Zeldzame landbouwhuisdierrassen
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
09-10-2023, Stcrt. 2023, 28459 (uitgifte: 17-10-2023, regelingnummer: WJZ/ 27399369)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-2023, Stcrt. 2023, 28459 (uitgifte: 17-10-2023, regelingnummer: WJZ/ 27399369)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Een actieve landbouwer als bedoeld in artikel 5, kan aanspraak maken op de betaling voor het houden van raszuivere vrouwelijke en mannelijke dieren, als bedoeld en als zodanig geregistreerd in het I&R register, van de volgende zeldzame Nederlandse landbouwhuisdierrassen:
- a.
rund: Brandrood rund, Fries-Hollands vee, Groninger blaarkop, Lakenvelder, Verbeterd Roodbont;
- b.
schaap: Drents heideschaap, Flevolander, Groot heideschaap, Fries melkschaap, Mergelland schaap, Nederlands bonte schaap, Noordhollander, Schoonebeeker heideschaap, Swifter, Veluws heideschaap, Zwartbles; en
- c.
geit: Nederlandse Bonte geit, Nederlandse Landgeit, Nederlandse Toggenburger geit, Nederlandse Witte geit.
2.
Dieren van de in het eerste lid bedoelde landbouwhuisdierrassen worden als raszuiver beschouwd indien:
- a.
het dier staat ingeschreven in de hoofdsectie van het stamboek;
- b.
het dier staat ingeschreven in de aanvullende sectie van het stamboek, met tenminste 87.5% bloedvoering van het desbetreffende ras.
3.
Om in aanmerking te komen voor betalingen worden:
- a.
in geval van mannelijke en vrouwelijke runderen, tenminste 5 grootvee-eenheden gehouden;
- b.
in geval van mannelijke en vrouwelijke geiten en schapen, tenminste 1,5 grootvee-eenheden gehouden.