Einde inhoudsopgave
Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart
Artikel 79
Geldend
Geldend vanaf 03-12-2009
- Bronpublicatie:
09-04-2002, Stb. 2002, 189 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
18-12-2000, Stb. 2001, 48 (uitgifte: 08-02-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2009, Stb. 2009, 491 (uitgifte: 01-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
23-11-2009, Stb. 2009, 491 (uitgifte: 01-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met art. I van de Wet van 21-06-2001, Stb. 346. De inwerkingtreding van deze wijziging is gelijkgesteld met de inwerkingtreding van het besluit (18-12-2000, Stb. 2001, 48). Inwerkingtreding voorheen: 08-05-2002. Vastgesteld bij het KB van 01-05-2002, Stb. 206.
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Vervoersrecht / Binnenvaart
Waterrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Het nationaal instituut geeft op zodanige wijze uitvoering aan het bepaalde in artikel 78 dat:
- a.
een voldoende dicht net van ontvangstvoorzieningen, met voldoende capaciteit voor de inzameling van olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen op de voet van onderdeel b, beschikbaar is langs de Nederlandse vaarwegen, alsmede voorzieningen met voldoende capaciteit voor het beheer van op die voet ingezamelde afvalstoffen beschikbaar zijn;
- b.
indien olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen overeenkomstig artikel 15 worden aangeboden bij een ontvangstvoorziening als bedoeld onder a, die afvalstoffen aldaar in ontvangst worden genomen zonder dat daarbij kosten of vergoedingen in rekening worden gebracht aan de eigenaar of de exploitant van het schip, dan wel de schipper.