Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden
Artikel 18 Beperking ten aanzien van procedures
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
23-11-2007, Trb. 2011, 144 (uitgifte: 19-08-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2021, Trb. 2021, 34 (uitgifte: 16-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
Indien een beslissing is gegeven in een verdragsluitende staat waar de onderhoudsgerechtigde zijn gewone verblijfplaats heeft, kan de onderhoudsplichtige in een andere verdragsluitende staat geen procedure instellen tot wijziging van de beslissing of tot het geven van een nieuwe beslissing zolang de onderhoudsgerechtigde zijn gewone verblijfplaats heeft in de staat waar de beslissing is gegeven.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing indien:
- a.
de partijen schriftelijk overeenstemming hebben bereikt over de bevoegdheid van die andere verdragsluitende staat, evenwel met uitzondering van geschillen inzake onderhoudsverplichtingen jegens kinderen;
- b.
de onderhoudsgerechtigde zich onderwerpt aan de bevoegdheid van die andere verdragsluitende staat, hetzij uitdrukkelijk hetzij door zich ten gronde te verweren zonder zich bij de eerste gelegenheid te verzetten tegen die bevoegdheid;
- c.
de bevoegde autoriteit in de staat van herkomst haar bevoegdheid tot wijziging van de beslissing of tot het geven van een nieuwe beslissing niet kan uitoefenen of weigert deze uit te oefenen; of
- d.
de in de staat van herkomst gegeven beslissing niet kan worden erkend of niet uitvoerbaar kan worden verklaard in de verdragsluitende staat waar procedures tot wijziging van de beslissing of tot het geven van een nieuwe beslissing worden overwogen.