Einde inhoudsopgave
Regeling houders van dieren
Bijlage 5 Protocol voor het monitoren van voetzoollaesies aan levende dieren op vleeskuikenbedrijven als bedoeld in artikel 6.5, derde lid, onderdeel b, van de Regeling houders van dieren
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Redactionele toelichting
Voorheen bijlage 5.
- Bronpublicatie:
14-12-2014, Stcrt. 2014, 36559 (uitgifte: 18-12-2014, regelingnummer: WJZ/14201450)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2014, Stcrt. 2014, 36559 (uitgifte: 18-12-2014, regelingnummer: WJZ/14201450)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Algemeen
- 1.
Deze monitoring wordt uitgevoerd op het bedrijf zelf, maximaal 5 dagen voordat het koppel wordt geslacht. Het betreft koppels die geëxporteerd worden en waar geen meting van voetzoollaesies plaatsvindt in het slachthuis van bestemming, of koppels die in kleine slachthuizen in Nederland worden geslacht.
- 2.
De opgeleide controleur, bedoeld in artikel 6.5 derde lid, onderdeel b, heeft in elk geval de Cursus monitoring voetzoollaesies of een gelijkwaardige cursus met goed gevolg afgesloten, en is geen werknemer van de pluimveehouder voor wie de beoordeling wordt uitgevoerd.
- 3.
Per stal worden 100 levende vleeskuikens beoordeeld, waarbij ten minste 4 steekproeven in de stal (bijvoorbeeld 4 keer 25 dieren) worden genomen, genomen op locaties verdeeld over de stal, minimaal 2 locaties tegen de muur en de overige locaties tussen voer- en drinklijnen in. Zie voorbeeld hieronder.
- 4.
De controleur maakt gebruik van extra verlichting (zoals een hoofdlamp) en van een vanghek om dubbele metingen te voorkomen. Hiervoor kan hij de kuikens merken met bv. watervaste stift (op de poot, of vleugels).
- 5.
Het schoonmaken van de poten met borstel en sop wordt afgeraden, na het afwrijven van de mest van de poot heeft men een redelijk beeld van de conditie van de poten.
- 6.
In de steekproeven wordt alleen de rechter poot van elk vleeskuiken beoordeeld.
- 7.
De controleur baseert zijn beslissingen over de indeling van de poten in 3 categorieën (geen, matige of ernstige voetzoollaesie) op de inhoud van de daarvoor aan hem verstrekte scorekaart.
- 8.
De controleur registreert het aantal vleeskuikens in de 3 categorieën (geen, matige of ernstige voetzoollaesie) en geeft dit door aan de houder, alsmede de totaalscore van het koppel.
- 9.
Deze wordt berekend met onderstaande formule: aantal punten= (aantal dieren klasse 0)×0 + (aantal dieren klasse 1)×0.5 + (aantal dieren klasse 2)×2