Einde inhoudsopgave
Regeling houders van dieren
Artikel 9.2 Toelating krachttoestel
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 9.2 (oud) vernummerd tot art. 9.3.
- Bronpublicatie:
28-04-2015, Stcrt. 2015, 12032 (uitgifte: 01-05-2015, regelingnummer: WJZ/14206030)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-04-2015, Stcrt. 2015, 12032 (uitgifte: 01-05-2015, regelingnummer: WJZ/14206030)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Algemeen
1.
Als krachttoestel als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, onderdeel c, van de wet is toegelaten een krachttoestel dat voldoet aan de volgende eisen:
- a.
het toestel is te stabiliseren tegen de achterhand van een staande of liggende koe;
- b.
het toestel beschikt over een flexibele tweedelige beugel die om de achterhand van de koe past;
- c.
de bevestiging van de stang aan de beugel maakt variatie in trekrichting mogelijk;
- d.
de lengte van de stang bedraagt 1,8 tot 2 meter;
- e.
de trekkracht van de stang is tijdelijk te verminderen zonder afkoppelen of afglijden van het toestel;
- f.
het toestel is eenvoudig te reinigen en te desinfecteren, en
- g.
het toestel bevat een trekkrachtindicator.
2.
Het gebruik van het in het eerste lid bedoelde krachttoestel is uitsluitend toegestaan bij een niet vorderende partus bij een normale voorwaartse of achterwaartse ligging van het kalf, indien:
- a.
de koe niet eigenmachtig de geboorte kan voltooien, en
- b.
redelijkerwijs vaginale verlossing mogelijk is.
3.
In afwijking van het eerste lid, is tot 1 januari 2025 een krachttoestel toegelaten dat voldoet aan de eisen, genoemd in onderdelen a tot en met f, indien deze is aangeschaft vóór 1 juli 2015.