Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/49/EU inzake de depositogarantiestelsels
Artikel 8 Terugbetaling
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/49/EU)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/49/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Depositogarantiestelsels zorgen ervoor dat het terugbetaalbare bedrag beschikbaar is binnen een termijn van zeven werkdagen, te rekenen vanaf de datum van de in artikel 2, lid 1, punt 8), onder a), bedoelde vaststelling door een relevante administratieve autoriteiten of van de in artikel 2, lid 1, punt 8), onder b), bedoelde uitspraak door een rechterlijke instantie.
2.
De lidstaten kunnen gedurende een overgangsperiode tot en met 31 december 2023 echter de volgende terugbetalingstermijnen vaststellen:
- a)
tot en met 31 december 2018: maximaal 20 werkdagen;
- b)
vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020: maximaal 15 werkdagen;
- c)
vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2023: maximaal 10 werkdagen.
3.
De lidstaten mogen besluiten dat voor de in artikel 7, lid 3, bedoelde deposito's een langere terugbetalingstermijn geldt, die niet meer dan drie maanden bedraagt, te rekenen vanaf de datum van een vaststelling door een relevante administratieve autoriteit als bedoeld in artikel 2, lid 1, punt 8), onder a), of van een uitspraak van een rechterlijke instantie als bedoeld in artikel 2, lid 1, punt 8), onder b).
4.
Gedurende de overgangsperiode tot en met 31 december 2023 zorgen de depositogarantiestelsels ervoor dat wanneer zij het terugbetaalbare bedrag niet binnen zeven werkdagen beschikbaar kunnen stellen, de deposanten binnen vijf werkdagen na hun verzoek toegang krijgen tot een passend bedrag van hun gedekte deposito's om in de kosten van levensonderhoud te kunnen voorzien.
De depositogarantiestelsels bieden uitsluitend op basis van de door het depositogarantiestelsel of de kredietinstelling verstrekte gegevens toegang tot het passende bedrag als bedoeld in de eerste alinea.
Het passende bedrag als bedoeld in de eerste alinea wordt van het in artikel 7 bedoelde terugbetaalbare bedrag afgetrokken.
5.
Terugbetaling, als bedoeld in de leden 1 en 4, mag worden uitgesteld wanneer:
- a)
het onzeker is of een persoon gerechtigd is een terugbetaling te ontvangen, of het deposito onderwerp is van een rechtsgeschil;
- b)
het deposito onderwerp is van beperkende maatregelen die zijn opgelegd door nationale regeringen of internationale organen;
- c)
er in afwijking van lid 9 van dit artikel de afgelopen 24 maanden geen transactie heeft plaatsgevonden met betrekking tot het deposito (de rekening slaapt);
- d)
het terug te betalen bedrag geacht wordt deel uit te maken van een tijdelijk hoog saldo, zoals omschreven in artikel 6, lid 2, of
- e)
het terug te betalen bedrag dient te worden uitbetaald door het depositogarantiestelsel van de lidstaat van ontvangst, in overeenstemming met artikel 14, lid 2.
6.
Het terugbetaalbare bedrag wordt ter beschikking gesteld zonder dat het depositogarantiestelsel daarom hoeft te worden verzocht. Daartoe verstrekt de kredietinstelling de nodige informatie over deposito's en deposanten zodra het stelsel daarom verzoekt.
7.
Correspondentie tussen het depositogarantiestelsel en de deposant wordt gevoerd:
- a)
in de officiële taal van de instellingen van de Unie die door de kredietinstelling waar het gedekte deposito wordt aangehouden, wordt gebruikt om schriftelijk met de deposant te communiceren, dan wel
- b)
in de officiële taal of talen van de lidstaat waar het gedekte deposito wordt aangehouden.
Indien een kredietinstelling rechtstreeks in een andere lidstaat actief is zonder er bijkantoren te hebben gevestigd, wordt de informatie verstrekt in de taal die door de deposant bij de opening van de rekening is gekozen.
8.
Indien aan een deposant of aan een persoon die gerechtigd is tot of belang heeft bij op een rekening gehouden bedragen, een misdrijf ten laste is gelegd dat voortvloeit uit of verband houdt met het witwassen van geld als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2005/60/EG, mag het depositogarantiestelsel, niettegenstaande de in lid 1 van dit artikel bepaalde termijn, uitkeringen die de deposant in kwestie betreffen, opschorten in afwachting van de beslissing van de rechter.
9.
Er vindt geen terugbetaling plaats indien er de laatste 24 maanden geen transactie met betrekking tot het deposito heeft plaatsgevonden en de waarde van het deposito lager ligt dan de administratiekosten van het depositogarantiestelsel waarmee een dergelijke terugbetaling gepaard zou gaan.