Einde inhoudsopgave
Wet milieubeheer
Artikel 16a.3 [Elektriciteitsmonitoringsplan]
Geldend
Geldend vanaf 05-04-2022
- Bronpublicatie:
16-03-2022, Stb. 2022, 132 (uitgifte: 04-04-2022, kamerstukken: 35216)
- Inwerkingtreding
05-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2022, Stb. 2022, 132 (uitgifte: 04-04-2022, kamerstukken: 35216)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
1.
De exploitant van een broeikasgasinstallatie, monitort de emissie van broeikasgas als gevolg van de opwekking van elektriciteit op basis van een elektriciteitsmonitoringsplan, tenzij het tarief, bedoeld in artikel 71f, eerste lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag, nihil is.
2.
Het elektriciteitsmonitoringsplan of een wijziging daarvan behoeft goedkeuring van het bestuur van de emissieautoriteit.
3.
De artikelen 16.6, eerste en derde lid, 16.7, 16.9, 16.11, 16.12, 16.18 en 16.19, eerste lid zijn van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat telkens:
- a.
voor ‘vergunning’ wordt gelezen ‘goedkeuring van een elektriciteitsmonitoringsplan’;
- b.
voor ‘vergunninghouder’ wordt gelezen ‘de exploitant van een broeikasgasinstallatie’;
- c.
voor ‘monitoringsplan’ wordt gelezen ‘elektriciteitsmonitoringsplan’;
- d.
voor ‘emissieverslag’ wordt gelezen ‘elektriciteitsemissieverslag’;
- e.
voor ‘Verordening monitoring en rapportage emissiehandel’ wordt gelezen ‘de regels gesteld bij of krachtens hoofdstuk 16a’.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot:
- a.
het melden van een wijziging of een tijdelijke afwijking van het elektriciteitsmonitoringsplan aan het bestuur van de emissieautoriteit;
- b.
het goedkeuren van een wijziging van het elektriciteitsmonitoringsplan.