Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1333/2008 inzake levensmiddelenadditieven
Artikel 11 Te gebruiken hoeveelheden levensmiddelenadditieven
Geldend
Geldend vanaf 20-01-2009
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2010, L 105).
- Bronpublicatie:
16-12-2008, PbEU 2008, L 354 (uitgifte: 31-12-2008, regelingnummer: 1333/2008)
- Inwerkingtreding
20-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2008, PbEU 2008, L 354 (uitgifte: 31-12-2008, regelingnummer: 1333/2008)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Bij de vaststelling van de gebruiksvoorwaarden als bedoeld in artikel 10, lid 2, onder c):
- a)
wordt de te gebruiken hoeveelheid vastgesteld op de kleinste hoeveelheid die nodig is om het gewenste effect te bereiken;
- b)
wordt de te gebruiken hoeveelheid vastgesteld met inachtneming van:
- i)
de aanvaardbare dagelijkse inname of een gelijkwaardig gegeven dat voor het levensmiddelenadditief is vastgesteld en de waarschijnlijke dagelijkse inname van het levensmiddelenadditief uit alle voedselbronnen;
- ii)
indien het levensmiddelenadditief bestemd is om te worden gebruikt in levensmiddelen voor speciale groepen consumenten, de mogelijke dagelijkse inname van het additief door consumenten van die groepen.
2.
In voorkomend geval wordt voor een levensmiddelenadditief geen numerieke maximumhoeveelheid vastgesteld (‘quantum satis’). In dat geval wordt het levensmiddelenadditief gebruikt overeenkomstig het ‘quantum satis’-beginsel.
3.
Tenzij anders is vermeld, zijn de maximale hoeveelheden levensmiddelenadditieven in bijlage II van toepassing op levensmiddelen in de vorm waarop zij in de handel worden gebracht. In afwijking van dit beginsel zijn bij gedroogde en/of geconcentreerde levensmiddelen die gereconstitueerd moeten worden de maximale hoeveelheden levensmiddelenadditieven van toepassing op levensmiddelen die zijn gereconstitueerd volgens de aanwijzingen op het etiket, rekening houdend met de op het etiket aangegeven minimale verdunningsfactor.
4.
Tenzij anders is vermeld, zijn de maximaal te gebruiken hoeveelheden kleurstoffen in bijlage II van toepassing op de hoeveelheden kleurgevende bestanddelen in het kleurstofpreparaat.