Einde inhoudsopgave
Besluit inburgering 2021
Artikel 3.7 Examengeld
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
27-08-2021, Stb. 2021, 410 (uitgifte: 01-09-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2021, Stb. 2021, 586 (uitgifte: 03-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet inburgering 2021 (02-12-2020, Stb. 2021, 38).
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Inburgering (V)
1.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de hoogte en het betalen van het examengeld, voor de examens, bedoeld in artikel 3.5, tweede lid, en op welke wijze het verschuldigde examengeld wordt voldaan, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen groepen inburgeringsplichtigen.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent het kosteloos afleggen van een of meerdere examenpogingen van onderdelen van het inburgeringsexamen door groepen van inburgeringsplichtigen, in welk geval Onze Minister het examengeld voor het afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal voldoet.