Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake Partnerschap en Samenwerking waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds
Artikel 92
Geldend
Geldend vanaf 01-02-1997
- Bronpublicatie:
24-06-1994, Trb. 1994, 268 (uitgifte: 12-12-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-1998, Trb. 1998, 66 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Samenwerkingsraad wordt bij de vervulling van zijn taken bijgestaan door een Samenwerkingscomité, bestaande uit vertegenwoordigers van de leden van de Raad van de Europese Unie en vertegenwoordigers van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en uit vertegenwoordigers van de Regering van de Russische Federatie, anderzijds. In beginsel zullen dit hogere ambtenaren zijn. Het Samenwerkingscomité wordt beurtelings voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Gemeenschap en een vertegenwoordiger van de Regering van de Russische Federatie.
De Samenwerkingsraad bepaalt in zijn reglement van orde de taken van het Samenwerkingscomité. Deze omvatten onder meer de voorbereiding van de vergaderingen van de Samenwerkingsraad, de taken als bepaald in de artikelen 16, 17 en 53 en in bijlage 2 en de vaststelling van de werkwijze van het Comité.
2.
De Samenwerkingsraad mag ongeacht welke van zijn bevoegdheden aan het Samenwerkingscomité delegeren, dat voor de continuïteit zal zorgen tussen de vergaderingen van de Samenwerkingsraad.