Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 165/2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer
Artikel 8 Registratie van de positie van het voertuig op bepaalde momenten tijdens de dagelijkse werktijd
Geldend
Geldend vanaf 20-08-2020
- Bronpublicatie:
15-07-2020, PbEU 2020, L 249 (uitgifte: 31-07-2020, regelingnummer: 2020/1054)
- Inwerkingtreding
20-08-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2020, PbEU 2020, L 249 (uitgifte: 31-07-2020, regelingnummer: 2020/1054)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
Ten behoeve van de controle op de naleving van de wetgeving in kwestie wordt de positie van het voertuig automatisch geregistreerd op onderstaande plaatsen of op de dichtstbijzijnde plaats waar er een satellietsignaal is:
- —
de plaats van het begin van de dagelijkse werktijd;
- —
telkens wanneer het voertuig de grens van een lidstaat overschrijdt;
- —
telkens wanneer laad- of losactiviteiten met betrekking tot het voertuig worden verricht;
- —
om de drie uur bij elkaar opgetelde rijtijd, en
de plaats van het einde van de dagelijkse werktijd.
Om de controle op de naleving door de controleautoriteiten te vergemakkelijken, registreert de slimme tachograaf ook of het voertuig voor goederen- of personenvervoer is gebruikt, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 561/2006.
Daartoe worden voertuigen die voor het eerst worden geregistreerd 36 maanden na de inwerkingtreding van de gedetailleerde bepalingen als bedoeld in lid 1, uitgerust met een tachograaf die verbonden is met een positioneringsysteem op basis van satellietnavigatie.
De in de eerste alinea, tweede en derde streepje, en in de tweede alinea bedoelde registratie van de grensoverschrijding en extra activiteiten geldt echter voor voertuigen die in een lidstaat voor het eerst werden ingeschreven meer dan twee jaar na de inwerkingtreding van de in artikel 11, eerste alinea, tweede zin, bedoelde gedetailleerde bepalingen, onverminderd de verplichting bepaalde voertuigen overeenkomstig artikel 3, lid 4, achteraf van een tachograaf te voorzien.
2.
De aansluiting van de tachograaf op een positioneringssysteem op basis van satellietnavigatie als bedoeld in lid 1, geschiedt alleen op systemen die kosteloos positionering aanbieden. In de tachograaf worden geen andere positiegegevens permanent opgeslagen dan die, voor zover mogelijk, zijn uitgedrukt in de geografische coördinaten van de plaatsen zoals bedoeld in lid 1. Positiegegevens die tijdelijk moeten worden opgeslagen ten behoeve van de automatische registratie van de punten, bedoeld in lid 1, of die de informatie van de bewegingssensor moeten bevestigen, zijn voor geen enkele gebruiker toegankelijk en worden automatisch gewist zodra zijn niet meer voor die doelen nodig zijn.