Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1999 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 663/2009 en (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 94/22/EG, 98/70/EG, 2009/31/EG, 2009/73/EG, 2010/31/EU, 2012/27/EU en 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2009/119/EG en (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad
Artikel 15 Langetermijnstrategieën
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2021
- Bronpublicatie:
30-06-2021, PbEU 2021, L 243 (uitgifte: 09-07-2021, regelingnummer: 2021/1119)
- Inwerkingtreding
20-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-2021, PbEU 2021, L 243 (uitgifte: 09-07-2021, regelingnummer: 2021/1119)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Energierecht / Europees energierecht
Milieurecht / Energie
Energierecht / Algemeen
1.
Uiterlijk op 1 januari 2020, daarna uiterlijk op 1 januari 2029 en daarna om de tien jaar stellen de lidstaten elk een langetermijnstrategie op, met een perspectief van dertig jaar en stroken met de in artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1119 vastgelegde doelstelling van de Unie inzake klimaatneutraliteit, en dienen zij deze bij de Commissie in. De lidstaten actualiseren deze strategieën waar nodig om de vijf jaar.
2.
Met het oog op de verwezenlijking van de in lid 3 bedoelde algemene klimaatdoelstellingen komt de Commissie uiterlijk op 1 april 2019 met een voorstel voor een langetermijnstrategie van de Unie voor de reductie van de broeikasgasemissies, in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs, rekening houdend met de ontwerpen van geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen van de lidstaten. De in dit lid bedoelde langetermijnstrategie omvat een analyse die ten minste het volgende behelst:
- a)
verschillende scenario's voor de bijdrage van de Unie aan de verwezenlijking van de in lid 3 bepaalde doelstellingen, waaronder een scenario om de netto-uitstoot van broeikasgassen binnen de Unie uiterlijk in 2050 tot nul te herleiden en daarna tot negatieve emissies te komen;
- b)
de gevolgen van de onder a) bedoelde scenario's voor het resterende mondiale koolstofbudget en het koolstofbudget van de Unie als bijdrage aan de discussie over kosteneffectiviteit, efficiëntie en billijkheid van de broeikasgasemmisiereducties.
3.
De langetermijnstrategieën van de lidstaten en van de Unie dragen bij tot:
- a)
de naleving van de verbintenissen van de Unie en de lidstaten in het kader van het UNFCCC en de Overeenkomst van Parijs om de antropogene broeikasgasemissies te beperken, de verwijderingen per put te verbeteren en voor een verbeterde koolstofvastlegging te zorgen;
- b)
de verwezenlijking van de doelstelling uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs om de mondiale temperatuurstijging te beperken tot beduidend minder dan 2 °C in vergelijking met het pre-industriële tijdperk en om te streven naar een maximale stijging van 1,5 °C boven het pre-industriële niveau;
- c)
de verwezenlijking van de broeikasgasemissiebeperkingen op lange termijn en de verbetering van verwijderingen per put in alle sectoren overeenkomstig de in artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1119 vastgelegde doelstelling van de Unie inzake klimaatneutraliteit om, in het kader van de volgens de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (Intergovernmental Panel on Climate Change — IPCC) noodzakelijk geachte broeikasgasemissiereducties en verbetering van verwijderingen per put, de broeikasgasemissies van de Unie op kosteneffectieve wijze te verminderen en de verwijderingen per put te verbeteren met het oog op de temperatuurdoelstellingen op lange termijn van de Overeenkomst van Parijs, teneinde in de Unie een evenwicht te verwezenlijken tussen antropogene emissies per bron en verwijderingen per put van broeikasgassen, en — waar mogelijk — daarna tot negatieve emissies te komen;
- d)
een zeer energie-efficiënt en sterk op hernieuwbare energiebronnen gebaseerd energiesysteem in de Unie.
4.
De langetermijnstrategieën van de lidstaten bevatten de elementen die in bijlage IV bepaald zijn. Daarnaast hebben de langetermijnstrategieën van de lidstaten en van de Unie betrekking op:
- a)
de totale vermindering van broeikasgasemissies en de verbetering van verwijderingen per put;
- b)
de vermindering van broeikasgasemissies en de verbetering van verwijderingen per put in individuele sectoren, waaronder elektriciteit, industrie, vervoer, de sectoren verwarming en koeling en de bouwsector (residentieel en tertiair), landbouw, afval en landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF);
- c)
de verwachte vooruitgang bij de overgang naar een economie met geringe emissies van broeikasgassen, met inbegrip van broeikasgasintensiteit, CO2-intensiteit van het bruto binnenlands product, daaraan gerelateerde schattingen van langetermijninvesteringen, en strategieën voor gerelateerd onderzoek en gerelateerde ontwikkeling en innovatie;
- d)
in de mate van het mogelijke, de verwachte sociaal-economische gevolgen van de decarbonisatiemaatregelen, met inbegrip van onder meer aspecten in verband met de macro-economische en maatschappelijke ontwikkeling, gezondheidsrisico's en -voordelen, en milieubescherming;
- e)
links naar andere nationale langetermijndoelstellingen, planning en andere beleidslijnen, maatregelen en investeringen.
5.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 42 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage IV, teneinde deze bijlage aan te passen aan de ontwikkelingen in de langetermijnstrategie van de Unie en in het beleidskader voor energie en klimaat van de Unie die rechtstreeks en specifiek verband houden met de relevante besluiten die uit hoofde van het UNFCCC en, in het bijzonder, de Overeenkomst van Parijs genomen zijn.
6.
De geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen zijn consistent met de in dit artikel bedoelde langetermijnstrategieën.
7.
De lidstaten en de Commissie informeren het publiek en maken hun langetermijnstrategieën en de actualiseringen ervan onverwijld toegankelijk, onder meer via het in artikel 28 bedoelde e-platform. De lidstaten en de Commissie maken relevante gegevens over de eindresultaten toegankelijk voor het publiek, rekening houdend met commercieel gevoelige informatie en met inachtneming van de gegevensbeschermingsregelgeving.
8.
De Commissie helpt de lidstaten bij de opstelling van hun langetermijnstrategieën door informatie te verstrekken over de stand van de onderliggende wetenschappelijke kennis en door mogelijkheden te bieden om kennis en beste praktijken te delen, waaronder, indien relevant, richtsnoeren die lidstaten kunnen gebruiken in de opstellings- en tenuitvoerleggingsfase van hun strategieën.
9.
De Commissie beoordeelt of de nationale langetermijnstrategieën volstaan om collectief de in artikel 1 bepaalde streefcijfers en doelstellingen van de energie-unie te halen, en verstrekt informatie over een eventueel collectief tekort.