Einde inhoudsopgave
Wet luchtvaart
Artikel 5.5
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
23-09-2015, Stb. 2015, 345 (uitgifte: 08-10-2015, kamerstukken: 33802)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2015, Stb. 2015, 526 (uitgifte: 22-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ter bescherming van de openbare veiligheid bij het gebruik van het luchtruim, ter bevordering van het veilige, ordelijke en vlotte verloop van het luchtverkeer of ter bescherming van personen of zaken aan boord van het luchtvaartuig of op het aardoppervlak regels worden gesteld aan deelnemers van het luchtverkeer.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorts regels worden gesteld betreffende:
- a.
de uitvoering van vluchten;
- b.
de met betrekking tot de uitvoering van vluchten te verstrekken inlichtingen;
- c.
de communicatie tussen deelnemers aan het luchtverkeer onderling en met de instanties en organisaties belast met het verlenen van luchtverkeersdiensten;
- d.
de in en ten behoeve van het luchtverkeer te gebruiken tekens en seinen;
- e.
het gebruik van het luchtruim anders dan door luchtverkeer; en
- f.
gedrag van het verkeer op een luchthaven.
3.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan ontheffing of vrijstelling verlenen van het bepaalde bij of krachtens het eerste en tweede lid, mede met inachtneming van het veilige, ordelijke en vlotte verloop van het luchtverkeer. Aan de ontheffing of vrijstelling kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden. Het is verboden in strijd met die voorschriften of beperkingen te handelen.
4.
De kosten die samenhangen met het in behandeling nemen van de aanvraag en de afgifte van de in het derde lid bedoelde ontheffing of een wijziging daarvan, worden ten laste gebracht van de aanvrager.
5.
De bedragen ter vergoeding van de kosten worden vastgesteld bij regeling van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.