Einde inhoudsopgave
Wet luchtvaart
Artikel 5.9
Geldend
Geldend vanaf 28-05-2008
- Bronpublicatie:
27-09-2007, Stb. 2007, 405 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30834)
- Inwerkingtreding
28-05-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-05-2008, Stb. 2008, 175 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Voor de aanvang van iedere vlucht waaraan luchtverkeersleidingsdiensten worden verleend wordt door of namens de gezagvoerder een vliegplan ingediend overeenkomstig de bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5.5, tweede lid, onderdeel c, gestelde regels. Het vliegplan bevat de gegevens en inlichtingen omtrent de voorgenomen vlucht.
2.
Alvorens een vlucht waaraan luchtverkeersleidingsdiensten worden verleend aan te vangen, of een gedeelte daarvan uit te voeren moet een desbetreffende klaring zijn gevraagd en verkregen.
3.
De gezagvoerder komt de door de verlener van luchtverkeersleidingsdiensten gegeven voorwaarden van de klaring na. Van de voorwaarden bedoeld in de eerste volzin mag slechts worden afgeweken indien de omstandigheden dit in het belang van de veiligheid dringend noodzakelijk maken. Een afwijking wordt zo spoedig mogelijk gemeld aan de betrokken verlener van luchtverkeersleidingsdiensten.