Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht BES
Artikel 79n
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2020
- Bronpublicatie:
17-05-2010, Stb. 2010, 350 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken: 31959)
- Inwerkingtreding
01-08-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-07-2020, Stb. 2020, 289 (uitgifte: 24-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
1.
De rechter die in eerste aanleg heeft kennis genomen van het misdrijf ter zake waarvan de maatregel is opgelegd, kan op vordering van het openbaar ministerie de termijn, bedoeld in artikel 79m, zesde lid, telkens met ten hoogste twee jaren verlengen. Op de vordering tot verlenging dient voor de afloop van de termijn te worden beschikt, doch in ieder geval drie maanden na afloop van die termijn.
2.
Verlenging van de termijn van de maatregel is slechts mogelijk voor zover de maatregel daardoor de duur van vier jaar niet te boven gaat, tenzij de maatregel is opgelegd aan een verdachte als bedoeld in artikel 79m, tweede lid. In zodanig geval is verlenging mogelijk voor zover de maatregel de duur van zes jaar niet te boven gaat.
3.
De verlenging is slechts mogelijk, indien de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Artikel 79m, eerste lid, onder b en c, is van overeenkomstige toepassing. De verlenging is niet mogelijk indien gebruik is gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 79o.
4.
Artikel 79m, derde en vierde lid is van overeenkomstige toepassing.