Einde inhoudsopgave
Verordening ECB/2012/24 ((EU) nr. 1011/2012) betreffende statistieken inzake aangehouden effecten
Bijlage I Statistische rapportageverplichtingen
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2018
- Bronpublicatie:
22-02-2018, PbEU 2018, L 62 (uitgifte: 05-03-2018, regelingnummer: 2018/318 (ECB/2018/7))
02-08-2016, PbEU 2016, L 222 (uitgifte: 17-08-2016, regelingnummer: 2016/1384 (ECB/2016/22))
- Inwerkingtreding
01-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-02-2018, PbEU 2018, L 62 (uitgifte: 05-03-2018, regelingnummer: 2018/318 (ECB/2018/7))
02-08-2016, PbEU 2016, L 222 (uitgifte: 17-08-2016, regelingnummer: 2016/1384 (ECB/2016/22))
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Hoofdstuk 1. Sectorale gegevens
Deel 1. Financiële transacties
1
MFI's, BF's en bewaarnemers die gegevens rapporteren inzake door hen aangehouden effecten dan wel inzake effecten die zij in bewaarneming houden voor ingezeten cliënten, verstrekken de statistische gegevens overeenkomstig één van de volgende methoden:
- a)
op maand- of kwartaalbasis, maandelijkse of driemaandelijkse effectsgewijze financiële transacties en, indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht, overige volumemutaties voor de referentiemaand of het referentiekwartaal; dan wel
- b)
op maand- of kwartaalbasis, maandelijkse effectsgewijze posities en, indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht, overige volumemutaties voor de referentiemaand of voor de drie maanden van het referentiekwartaal.
2
Lege financiële instellingen en verzekeringsinstellingen verstrekken statistische gegevens overeenkomstig één van de volgende methodes:
- a)
op kwartaalbasis, driemaandelijkse effectsgewijze financiële transacties en, indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht, overige volumemutaties voor het referentiekwartaal; dan wel
- b)
op maand- of kwartaalbasis, maandelijkse effectsgewijze posities en, indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht, overige volumemutaties voor de referentiemaand of voor de drie maanden van het referentiekwartaal; dan wel
- c)
op kwartaalbasis, driemaandelijkse effectsgewijze posities en, indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht, overige volumemutaties voor het referentiekwartaal.
3
Bewaarnemers die rapporteren i) inzake effecten die zij voor in andere eurogebiedlidstaten ingezeten niet- financiële cliënten inbewaarneming houden, en ii) door eurogebiedentiteiten uitgegeven effecten die zij voor in niet-eurogebied ingezeten cliënten en voor buiten de Unie ingezeten cliënten in bewaarneming houden, verstrekken de statistische gegevens overeenkomstig een van de in lid 2 uiteengezette methoden.
Deel 2. Gegevens inzake door MFI's, beleggingsfondsen, lege financiële instellingen, verzekeringsinstellingen en bewaarnemers aangehouden effecten met een ISIN-code
Voor elk effect met een ISIN-code dat valt onder de effectencategorie ‘schuldbewijzen’ (F.31 en F.32), ‘beursgenoteerde aandelen’ (F.511) dan wel ‘aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen’ (F.521 en F.522), worden gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel gerapporteerd door financiële beleggers die deel uitmaken van de MFI's, BF's, lege financiële instellingen of verzekeringsinstellingen en door bewaarnemers onder verwijzing naar door hen aangehouden effecten. Deze worden overeenkomstig de volgende regels gerapporteerd en conform de definities van bijlage II:
- a)
gegevens voor velden 1 en 2 worden gerapporteerd;
- b)
gegevens worden overeenkomstig i) of ii) als volgt gerapporteerd:
- i)
indien MFI's, beleggingsfondsen, lege financiële instellingen, verzekeringsinstellingen en bewaarnemers effectsgewijs financiële transacties rapporteren, worden gegevens voor veld 5 en, indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht, voor veld 6 gerapporteerd, dan wel
- ii)
indien MFI's, beleggingsfondsen, lege financiële instellingen, verzekeringsinstellingen en bewaarnemers financiële transacties niet effectsgewijs rapporteren, worden gegevens voor veld 6, indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht, gerapporteerd.
De desbetreffende NCB kan van financiële beleggers die deel uitmaken van de MFI's, beleggingsfondsen, lege financiële instellingen, verzekeringsinstellingen en bewaarnemers, rapportage van gegevens voor velden 1 en 3 verlangen in plaats van gegevens overeenkomstig a). In dat geval worden, in plaats van gegevens overeenkomstig b), gegevens voor veld 5 en, indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht, eveneens voor veld 7 gerapporteerd.
De desbetreffende NCB kan van financiële beleggers die deel uitmaken van de MFI's, beleggingsfondsen, lege financiële instellingen, verzekeringsinstellingen en bewaarnemers, ook rapportage van gegevens voor velden 2b, 3 en 4 verlangen. De desbetreffende NCB kan van MFI's tevens rapportage van gegevens voor veld 8 verlangen.
Veld | Beschrijving |
---|---|
1 | ISIN-code |
2 | Aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde |
2b | Rapportagebasis |
3 | Marktwaarde |
4 | Effectenverkeer of directe investeringen |
5 | Financiële transacties |
6 | Overige volumemutaties tegen nominale waarde |
7 | Overige volumemutaties tegen marktwaarde |
8 | Door de houder uitgegeven effect |
Deel 3. Gegevens inzake effecten met een ISIN-code in bewaarneming gehouden voor ingezeten niet- financiële cliënten en overige financiële cliënten die door henzelf aangehouden effecten niet hoeven te rapporteren
Bewaarnemers rapporteren gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel voor elk effect met een ISIN-code dat valt onder de effectencategorie ‘schuldbewijzen’ (F.31 en F.32), ‘beursgenoteerde aandelen’ (F.511), dan wel ‘aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen’ (F.521 en F.522) dat zij in bewaarneming houden voor ingezeten niet-financiële cliënten en overige financiële cliënten die door hen aangehouden effecten niet rapporteren. Ze worden overeenkomstig de volgende regels gerapporteerd en conform de definities in bijlage II:
- a)
worden gegevens voor velden 1 en 2 gerapporteerd;
- b)
worden gegevens overeenkomstig i) of ii) als volgt gerapporteerd:
- i)
indien bewaarnemers effectsgewijs financiële transacties rapporteren, worden gegevens voor veld 6 en, indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht, voor veld 7 gerapporteerd; dan wel
- ii)
indien bewaarnemers financiële transacties niet effectsgewijs rapporteren, worden, indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht, gegevens voor veld 7 gerapporteerd.
De desbetreffende NCB kan van bewaarnemers verlangen gegevens voor velden 1, 3 en 4 te rapporteren in plaats van gegevens conform a). In dat geval worden, in plaats van gegevens overeenkomstig b), gegevens voor veld 6 en, indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht, eveneen voor veld 8 gerapporteerd.
De desbetreffende NCB kan van bewaarnemers rapportage van gegevens voor velden 2b, 4 en 5 verlangen.
Bewaarnemers die aangehouden posities van verzekeringsinstellingen rapporteren in overeenstemming met artikel 3, lid 2 bis, rapporteren ook gegevens voor veld 9 of veld 10.
Veld | Beschrijving |
---|---|
1 | ISIN-code |
2 | Aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde |
2b | Rapportagebasis |
3 | Sector van de cliënt:
|
4 | Marktwaarde |
5 | Effectenverkeer of directe investeringen |
6 | Financiële transacties |
7 | Overige volumemutaties tegen nominale waarde |
8 | Overige volumemutaties tegen marktwaarde |
9 | Cliënt-instelling |
10 | Op de cliënt-instelling is directe rapportage van toepassing |
Deel 4. Gegevens inzake effecten met een ISIN-code in bewaarneming gehouden voor in andere eurogebiedlidstaten van het ingezeten cliënten
Bewaarnemers rapporteren gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel voor elk effect met een ISIN- code, dat valt onder de effectencategorie ‘schuldbewijzen’ (F.31 en F.32), ‘beursgenoteerde aandelen’ (F.511), dan wel ‘aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen’ (F.521 en F.522) en dat zij in bewaarneming houden voor in andere eurogebiedlidstaten ingezeten niet-financiële cliënten. Ze worden overeenkomstig de volgende regels gerapporteerd en conform de definities in bijlage II:
- a)
worden gegevens voor velden 1, 2, 3 en 4 gerapporteerd;
- b)
worden gegevens voor veld 7 gerapporteerd indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht.
De desbetreffende NCB kan van bewaarnemers verlangen gegevens voor velden 1, 3, 4 en 5 te rapporteren in plaats van gegevens conform a). In dat geval, indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht, worden, in plaats van gegevens overeenkomstig b), eveneens gegevens voor veld 8 gerapporteerd.
De desbetreffende NCB kan van bewaarnemers rapportage van gegevens voor velden 2b, 5, 6 en 9 verlangen.
Veld | Beschrijving |
---|---|
1 | ISIN-code |
2 | Aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde |
2b | Rapportagebasis |
3 | Sector van de cliënt:
|
4 | Land van de cliënt |
5 | Marktwaarde |
6 | Beleggingen in effecten of directe investeringen |
7 | Overige volumemutaties tegen nominale waarde |
8 | Overige volumemutaties tegen marktwaarde |
9 | Financiële transacties |
Deel 5. Gegevens inzake door eurogebiedingezetenen uitgegeven effecten met een ISIN-code en in bewaarneming gehouden voor in niet-eurogebiedlidstaten of buiten de Unie ingezeten cliënten
Bewaarnemers rapporteren gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel voor elk door eurogebiedingezetenen uitgegeven effect met een ISIN-code, dat valt onder de effectencategorie ‘schuldbewijzen’ (F.31 en F.32), ‘beursgenoteerde aandelen’ (F.511) dan wel ‘aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen’ (F.521 en F.522) en dat zij in bewaarneming houden voor in andere niet-eurogebiedlidstaten of buiten de Unie ingezeten beleggers. Ze worden overeenkomstig de volgende regels gerapporteerd en conform de definities in bijlage II:
- a)
worden gegevens gerapporteerd voor velden 1, 2, 3 en 4;
- b)
worden gegevens voor veld 7 gerapporteerd indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht.
De desbetreffende NCB kan van bewaarnemers verlangen gegevens voor velden 1, 3, 4 en 5 te rapporteren in plaats van gegevens conform a). In dat geval, indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht, worden, in plaats van gegevens overeenkomstig punt b), eveneens gegevens voor veld 8 gerapporteerd.
De desbetreffende NCB kan van bewaarnemers rapportage van gegevens voor velden 2b, 5, 6 en 9 verlangen.
Veld | Beschrijving |
---|---|
1 | ISIN-code |
2 | Aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde |
2b | Rapportagebasis |
3 | Sector van de cliënt (1):
|
4 | Land van de cliënt |
5 | Marktwaarde |
6 | Beleggingen in effecten of directe investeringen |
7 | Overige volumemutaties tegen nominale waarde |
8 | Overige volumemutaties tegen marktwaarde |
9 | Financiële transacties |
Deel 6
Vervallen.
Deel 7. Gegevens inzake aangehouden effecten zonder ISIN-code
Voor elk effect zonder ISIN-code dat valt onder de effectencategorie ‘schuldbewijzen’ (F.31 en F.32), ‘beursgenoteerde aandelen’ (F.511) dan wel ‘aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen’ (F.521 en F.522), kunnen gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel gerapporteerd worden door financiële beleggers die deel uitmaken van de MFI's, BF's, lege financiële instellingen of verzekeringsinstellingen en door bewaarnemers. Zij rapporteren overeenkomstig de volgende regels en conform de definities in bijlage II:
- a)
Voor beleggers die gegevens inzake door hen aangehouden effecten rapporteren, kunnen driemaandelijkse of maandelijkse gegevens als volgt worden gerapporteerd:
- i)
gegevens voor velden 1 tot en met 4 (gegevens voor veld 5 mogen worden gerapporteerd in plaats van gegevens voor velden 2 en 4), voor velden 6 tot en met 13, en hetzij voor veld 14 of voor velden 15 en 16, over het referentiekwartaal of over de referentiemaand, zulks effectgewijs middels een identificatienummer zoals CUSIP, SEDOL, een NCB-identificatienummer, etc…; dan wel
- ii)
geaggregeerde gegevens voor velden 2 tot en met 4 (gegevens voor veld 5 mogen worden gerapporteerd in plaats van gegevens voor velden 2 en 4), voor velden 6 tot en met 13, en hetzij voor veld 14 of voor velden 15 en 16, over het referentiekwartaal of over de referentiemaand.
De desbetreffende NCB kan van MFI's ook gegevensrapportage voor veld 17 verlangen.
Beleggers die gegevens inzake door hen aangehouden effecten rapporteren, moeten de volgende gegevens rapporteren Veld
Beschrijving
1.
Effectidentificatiecode (NCB-identificatienummer, CUSIP, SEDOL, overige)
2.
Aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde (1)
3.
Rapportagebasis
4.
Koerswaarde
5.
Marktwaarde
6.
Instrument:
- —
Kortlopende schuldbewijzen (F.31)
- —
Langlopende schuldbewijzen (F.32)
- —
Beursgenoteerde aandelen (F.511)
- —
Aandelen of rechten van deelneming in geldmarktfondsen (F.521)
- —
Aandelen/rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. GMF's (F.522)
7.
Sector of subsector van beleggers die gegevens inzake door hen aangehouden effecten rapporteren:
- —
Centrale bank (S.121)
- —
Deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank (S.122)
- —
Geldmarktfondsen (S.123)
- —
Beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen (S.124)
- —
Lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten
- —
Verzekeringsinstellingen (S.128)
8.
Sector of subsector van de emittent:
- —
Centrale bank (S.121)
- —
Deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank (S.122)
- —
Geldmarktfondsen (S.123)
- —
Beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen (S.124)
- —
Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (S.125)
- —
Financiële hulpbedrijven (S.126)
- —
Financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband (S.127)
- —
Verzekeringsinstellingen (S.128)
- —
Pensioenfondsen (S.129)
- —
Niet-financiële vennootschappen (S.11)
- —
Overheid (S.13) (2)
- —
Huishoudens (S.14)
- —
instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (S.15)
9.
Effectenverkeer of directe investeringen
10.
Landenuitsplitsing van emittent
11.
Valutadenominatie van effecten
12.
Uitgiftedatum
13.
Vervaldatum
14.
Financiële transacties
15.
Herwaarderingsaanpassingen
16.
Overige volumemutaties
17.
Door de houder uitgegeven effect;
- b)
voor bewaarnemers die gegevens rapporteren inzake door hen aangehouden effecten voor ingezeten financiële cliënten die geen gegevens over door hen aangehouden effecten moeten rapporteren, en voor ingezeten niet-financiële cliënten, kunnen driemaandelijkse of maandelijkse gegevens als volgt worden gerapporteerd:
- i)
gegevens voor velden 1 tot en met 4 (gegevens voor veld 5 mogen worden gerapporteerd in plaats van gegevens voor velden 2 en 4), voor velden 6 tot en met 14, en hetzij voor veld 15 of voor velden 16 en 17, over het referentiekwartaal of over de referentiemaand, zulks effectgewijs middels een identificatienummer zoals CUSIP, SEDOL, een NCB-identificatienummer, etc…; dan wel
- ii)
geaggregeerde gegevens voor velden 2 tot en met 4 (gegevens voor veld 5 mogen worden gerapporteerd in plaats van gegevens voor velden 2 en 4), voor velden 6 tot en met 14, en hetzij voor veld 15 of voor velden 16 en 17, over het referentiekwartaal of over de referentiemaand.
Bewaarnemers die aangehouden posities van verzekeringsinstellingen rapporteren overeenkomstig artikel 3, lid 2a, moeten ook gegevens voor veld 18 of veld 19 rapporteren.
Door bewaarnemers te rapporteren gegevens Veld
Beschrijving
1.
Effectidentificatiecode (NCB-identificatienummer, CUSIP, SEDOL, overige)
2.
Aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde (1)
3.
Rapportagebasis
4.
Koerswaarde
5.
Marktwaarde
6.
Instrument:
- —
Kortlopende schuldbewijzen (F.31)
- —
Langlopende schuldbewijzen (F.32)
- —
Beursgenoteerde aandelen (F.511)
- —
Aandelen of rechten van deelneming in geldmarktfondsen (F.521)
- —
Aandelen/rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. GMF's (F.522)
7.
Door bewaarnemers gerapporteerde sector of subsector van cliënten:
- —
Verzekeringsinstellingen (S.128)
- —
Pensioenfondsen (S.129)
- —
Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (S.125) financiële hulpbedrijven (S.126), financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband (S.127), m.u.v. lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten
- —
Niet-financiële vennootschappen (S.11)
- —
Overheid (S.13) (2)
- —
Huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.14 + S.15) (3)
8.
Sector of subsector van de emittent:
- —
Centrale bank (S.121)
- —
Deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank (S.122)
- —
Geldmarktfondsen (S.123)
- —
Beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen (S.124)
- —
Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (S.125)
- —
Financiële hulpbedrijven (S.126)
- —
Financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband (S.127)
- —
Verzekeringsinstellingen (S.128)
- —
Pensioenfondsen (S.129)
- —
Niet-financiële vennootschappen (S.11)
- —
Overheid (S.13)
- —
Huishoudens (S.14)
- —
Instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (S.15)
9.
Effectenverkeer of directe investeringen
10.
Landenuitsplitsing van belegger
11.
Landenuitsplitsing van emittent
12.
Valutadenominatie van effecten
13.
Uitgiftedatum
14.
Vervaldatum
15.
Financiële transacties
16.
Herwaarderingsaanpassingen
17.
Overige volumemutaties
18.
Cliënt-instelling
19.
Op de cliënt-instelling is directe rapportage van toepassing;
Deel 8. Jaarlijkse rapportage door verzekeringsinstellingen van door hen aangehouden effecten met een ISIN-code
Voor elk effect met een ISIN-code dat valt onder de effectencategorie ‘schuldbewijzen’ (F.31 en F.32), ‘beursgenoteerde aandelen’ (F.511) dan wel ‘aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen’ (F.521 en F.522), worden gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel op jaarbasis gerapporteerd door verzekeringsinstellingen onder verwijzing naar door hen aangehouden effecten. Deze worden overeenkomstig de volgende regels gerapporteerd en conform de definities van bijlage II:
- a)
indien verzekeringsinstellingen effectsgewijs gegevens rapporteren, worden gegevens voor velden 1, 2 en 4 gerapporteerd;
- b)
de desbetreffende NCB kan van financiële beleggers die deel uitmaken van de verzekeringsinstellingen, rapportage van gegevens voor velden 2b en 3 verlangen;
- c)
indien verzekeringsinstellingen geaggregeerde gegevens rapporteren, worden gegevens voor velden 3 en 4 tot en met 8 gerapporteerd.
Veld | Beschrijving |
---|---|
1. | ISIN-code |
2 | Aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde |
2b | Rapportagebasis |
3 | Marktwaarde |
4 | Geografische uitsplitsing van de houder (individuele EER-landen, niet-EER-landen) |
5 | Instrument:
|
6 | Sector of subsector van de emittent:
|
7 | Landenuitsplitsing van emittent |
8 | Valutadenominatie van effecten |
Hoofdstuk 2. Groepsgegevens
Deel 1. Gegevens inzake aangehouden effecten met ISIN-code
Groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen rapporteren gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel voor elk effect met een ISIN-code, dat valt onder de effectencategorie ‘schuldbewijzen’ (F.31 en F.32), ‘beursgenoteerde aandelen’ (F.511), dan wel ‘aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen’ (F.521 en F.522) en dat door de groep wordt aangehouden. Zij rapporteren overeenkomstig de volgende regels en conform de definities in bijlage II:
- a)
gegevens voor velden 1 tot en met 8 en 12 tot en met 30 worden gerapporteerd;
- b)
gegevens voor velden 31 tot en met 33 en 35 tot en met 37 worden gerapporteerd, indien de ‘Internal Ratings Based (IRB)’-benadering voor de berekening van de wettelijke kapitaalvereisten wordt toegepast of indien de gegevens anderszins beschikbaar zijn;
- c)
gegevens voor veld 34 tot en met 37 worden gerapporteerd, indien de IRB-bandering de berekening van de wettelijke kapitaalvereisten niet wordt toegepast of indien de gegevens anderszins beschikbaar zijn;
De desbetreffende NCB of, indien uit hoofde van artikel 3 bis, lid 5, groepsgegevens aan de ECB worden gerapporteerd, de ECB kan van groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen ook gegevensrapportage verlangen voor velden 9 tot en met 11 en, indien niet reeds bestreken onder b) of c), velden 31 tot en met 37.
Veld | Beschrijving | Rapportageniveau (1) (G = Groep/E = entiteit) |
---|---|---|
1. Met houder verband houdende informatie | ||
1 | Identificatiecode houder | E |
2 | Identificatiecode voor rechtspersonen (LEI) van de houder | E |
3 | Naam van de houder | E |
4 | Land van de houder | E |
5 | Sector van de houder | E |
6 | Identificatiecode van de directe moederonderneming van de houder | E |
2. Met het instrument verband houdende informatie | ||
7 | ISIN-code | E |
8 | Aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde | E |
9 | Rapportagebasis | E |
10 | Marktwaarde | E |
11 | Emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (prudentiële bereik) | G |
12 | Emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (accountingbereik) | G |
3. Met financiële administratie en risico verband houdende informatie | ||
13 | Respijt- en heronderhandelingsstatus | G |
14 | Datum van de respijt- en heronderhandelingsstatus | G |
15 | Inbaarheidsstatus van het instrument | G |
16 | Datum inbaarheidsstatus van het instrument | G |
17 | Wanbetalingsstatus van de emittent | G |
18 | Datum wanbetalingsstatus van de emittent | G |
19 | Wanbetalingsstatus van het instrument | G |
20 | Datum wanbetalingsstatus van het instrument | G |
21 | Standaard voor financiële administrati | EG en E |
22 | Boekwaard | E |
23 | Type bijzondere waardevermindering | E |
24 | Vaststellingsmethode bijzondere waardevermindering | E |
25 | Gecumuleerde waardevermindering | E |
26 | Bronnen van bezwaring | E |
27 | Boekhoudkundige indeling van instrumenten | E |
28 | Prudentiële portefeuill | E |
29 | Gecumuleerde wijzigingen in reële waarde vanwege kredietrisico | E |
30 | Gecumuleerde terugvorderingen sedert wanbetaling | E |
31 | Kans op wanbetaling van de emittent | E |
32 | Verlies bij wanbetaling (Loss Given Default — LGD) tijdens recessies | G |
33 | LGD in normale economische tijden | G |
34 | Risicogewicht | G |
35 | Blootstellingswaarde (oftewel blootstelling bij wanbetaling) | E |
36 | Kapitaalberekeningsmethode voor prudentiële doeleinden | E |
37 | Blootstellingscategorie | E |
Deel 2. Gegevens inzake aangehouden effecten zonder ISIN-code
Groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen rapporteren gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel voor elk effect zonder ISIN-code dat valt onder de effectencategorie ‘schuldbewijzen’ (F.31 en F.32), ‘beursgenoteerde aandelen’ (F.511), dan wel ‘aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen’ (F.521 en F.522) en dat door de groep wordt aangehouden. Zij rapporteren overeenkomstig de volgende regels en conform de definities in bijlage II:
- a)
gegevens voor velden 1 tot en met 7, 11 en 13 tot en met 52 worden effectgewijs gerapporteerd middels een identificatienummer zoals CUSIP, SEDOL, een NCB-identificatienummer, etc…;
- b)
gegevens voor velden 53 tot en met 55 en 57 tot en met 59 worden gerapporteerd, indien de IRB-benadering voor de berekening van de wettelijke kapitaalvereisten wordt toegepast of indien de gegevens anderszins beschikbaar zijn;
- c)
gegevens voor velden 56 tot en met 59 worden gerapporteerd, indien de IRB-benadering voor de berekening van de wettelijke kapitaalvereisten niet wordt toegepast of indien de gegevens anderszins beschikbaar zijn.
De desbetreffende NCB of, indien uit hoofde van artikel 3 bis, lid 5, groepsgegevens aan de ECB worden gerapporteerd, de ECB kan van groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen verlangen dat zij ook gegevens voor velden 8, 9, 10 en 12 rapporteren en, indien niet reeds bestreken onder b) of c), voor velden 53 tot en met 59.
Veld | Beschrijving | Rapportageniveau (1) (G = Groep/E = entiteit) |
---|---|---|
1. Met houder verband houdende informatie | ||
1 | Identificatiecode houder | E |
2 | LEI van de houder | E |
3 | Naam van de houder | E |
4 | Land van de houder | E |
5 | Sector van de houder | E |
6 | Identificatiecode van de directe moederonderneming van de houder | E |
2. Met het instrument verband houdende informatie | ||
7 | Effectidentificatiecode (NCB-identificatienummer, CUSIP, SEDOL, overige) | E |
8 | Aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde | E |
9 | Rapportagebasis | E |
10 | Koerswaarde | E |
11 | Marktwaarde (2) | E |
12 | Emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (prudentiële bereik) | G |
13 | Emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (accountingbereik) | G |
14 | Instrument:
| E |
15 | Valutadenominatie van effecten | E |
16 | Uitgiftedatum | E |
17 | Vervaldatum | E |
18 | Indeling als primaire activa | E |
19 | Type activasecuritisatie | E |
20 | Effectenstatus | E |
21 | Datum effectenstatus | E |
22 | Achterstallige betalingen voor het instrument | E |
23 | Datum achterstallige betalingen voor het instrument | E |
24 | Type instrument rangorde | E |
25 | Geografische locatie onderpand | E |
26 | Identificatiecode garant | E |
27 | Identificatiecode emittent | E |
28 | LEI van de emittent | E |
29 | Naam van de emittent | E |
30 | Landenuitsplitsing van emittent | E |
31 | Sector of subsector van de emittent:
| E |
32 | NACE-sector van de emittent | E |
33 | Entiteitstatus | E |
34 | Datum entiteitstatus | E |
3. Met financiële administratie en risico verband houdende informatie | ||
35 | Respijt- en heronderhandelingsstatus | G |
36 | Datum van de respijt- en heronderhandelingsstatus | G |
37 | Inbaarheidsstatus van het instrument | G |
38 | Datum inbaarheidsstatus van het instrument | G |
39 | Wanbetalingsstatus van de emittent | G |
40 | Datum wanbetalingsstatus van de emittent | G |
41 | Wanbetalingsstatus van het instrument | G |
42 | Datum wanbetalingsstatus van het instrument | G |
43 | Standaard voor financiële administratie | G and E |
44 | Boekwaarde | E |
45 | Type bijzondere waardevermindering | E |
46 | Vaststellingsmethode bijzondere waardevermindering | E |
47 | Gecumuleerde waardevermindering | E |
48 | Bronnen van bezwaring | E |
49 | Boekhoudkundige indeling van instrumenten | E |
50 | Prudentiële portefeuille | E |
51 | Gecumuleerde wijzigingen in reële waarde vanwege kredietrisico | E |
52 | Gecumuleerde terugvorderingen sedert wanbetaling | E |
53 | Kans op wanbetaling van de emittent | G |
54 | LGD in recessies | G |
55 | LGD in normale economische tijden | G |
56 | Risicogewicht | G |
57 | Blootstellingswaarde (oftewel blootstelling bij wanbetaling) | E |
58 | Kapitaalberekeningsmethode voor prudentiële doeleinden | E |
59 | Blootstellingscategorie | E |
Voetnoten
Indien beschikbaar worden subsectoren van ‘centrale overheid’ (S.1311), ‘deelstaatoverheid’ (S.1312), ‘lagere overheid’ (S.1313) en ‘socialezekerheidsfondsen’ (S.1314) bij de rapportage apart geïdentificeerd.
De desbetreffende NCB kan van werkelijke informatieplichtigen aparte vermelding vergen van de subsectoren ‘huishoudens’ (S.14) + ‘instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens’ (S.15).
De sectorindeling van het Stelsel van Nationale Rekeningen 2008 is van toepassing, aangezien ESR 2010 niet van toepassing is
Voor geaggregeerde gegevens: aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde met dezelfde koerswaarde (zie veld 4).
Indien beschikbaar worden subsectoren van ‘centrale overheid’ (S.1311), ‘deelstaatoverheid’ (S.1312), ‘lagere overheid’ (S.1313) en ‘socialezekerheidsfondsen’ (S.1314) bij de rapportage apart geïdentificeerd.
Voor geaggregeerde gegevens: aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde met dezelfde koerswaarde (zie veld 4).
Indien beschikbaar worden subsectoren van ‘centrale overheid’ (S.1311), ‘deelstaatoverheid’ (S.1312), ‘lagere overheid’ (S.1313) en ‘socialezekerheidsfondsen’ (S.1314) bij de rapportage apart geïdentificeerd.
Indien beschikbaar worden de subsectoren ‘huishoudens’ (S.14) en ‘instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens’ (S.15) bij de rapportage apart geïdentificeerd.
Indien de in artikel 4 bis, lid 3, bedoelde vrijstelling wordt toegepast, moeten de gegevensvelden die betrekking hebben op entiteitgewijze rapportage, overeenkomstig de respectieve regels gerapporteerd worden, zoals opgezet door de desbetreffende NCB of, indien uit hoofde van artikel 3 bis, lid 5, groepsgegevens aan de ECB worden gerapporteerd, door de ECB, die de vrijstelling heeft verleend, aldus verzekerend dat de gegevens met betrekking tot de verplichte uitsplitsingen homogeen zijn.
Indien de in artikel 4 bis, lid 3, bedoelde vrijstelling wordt toegepast, moeten de gegevensvelden die betrekking hebben op entiteitgewijze rapportage, overeenkomstig de respectieve regels gerapporteerd worden, zoals opgezet door de desbetreffende NCB of, indien uit hoofde van artikel 3 bis, lid 5, groepsgegevens aan de ECB worden gerapporteerd, door de ECB, die de vrijstelling heeft verleend, aldus verzekerend dat de gegevens met betrekking tot de verplichte uitsplitsingen homogeen zijn.
Alternatieve ramingen (zoals boekwaarde) kunnen bij gebreke van de marktwaarde op een ‘inspanningsbasis’ (‘best-efforts’ basis) toegepast worden.
Indien beschikbaar worden subsectoren van ‘centrale overheid’ (S.1311), ‘deelstaatoverheid’ (S.1312), ‘lagere overheid’ (S.1313) en ‘socialezekerheidsfondsen’ (S.1314) bij de rapportage apart geïdentificeerd.