Einde inhoudsopgave
Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949 betreffende de bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten (Protocol I)
Artikel 23 Andere medische schepen en vaartuigen
Geldend
Geldend vanaf 07-12-1978
- Bronpublicatie:
08-06-1977, Trb. 1980, 87 (uitgifte: 02-06-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-12-1978
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-1977, Trb. 1980, 87 (uitgifte: 02-06-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
1.
Medische schepen en vaartuigen die niet zijn schepen en vaartuigen, bedoeld in artikel 22 van dit Protocol en artikel 38 van het Tweede Verdrag dienen, hetzij op zee of in andere wateren, te worden ontzien en beschermd op dezelfde wijze als de mobiele medische formaties krachtens de Verdragen en dit Protocol. Deze schepen dienen, daar de bovengenoemde bescherming slechts kan worden verwezenlijkt indien zij kunnen worden geïdentificeerd en herkend als medische schepen of vaartuigen, te zijn voorzien van het kenteken, en zoveel mogelijk te voldoen aan het bepaalde in artikel 43, tweede lid, van het Tweede Verdrag.
2.
De schepen en vaartuigen, bedoeld in het eerste lid, blijven onderworpen aan het oorlogsrecht. Ieder oorlogsschip dat aan de oppervlakte vaart en in staat is de opvolging van zijn bevel terstond af te dwingen, kan hun bevelen te stoppen, zich te verwijderen of een bepaalde route te volgen, en zij dienen ieder zodanig bevel op te volgen. Deze schepen en vaartuigen mogen, zolang zij nodig zijn voor de gewonden, zieken en schipbreukelingen aan boord, op geen enkele andere wijze aan hun medische taak worden onttrokken.
3.
De bescherming, verleend in het eerste lid, eindigt alleen in de omstandigheden, vermeld in de artikelen 34 en 35 van het Tweede Verdrag. Een duidelijke weigering om een bevel, gegeven overeenkomstig het tweede lid, op te volgen vormt een voor de vijand schadelijke handeling krachtens artikel 34 van het Tweede Verdrag.
4.
Een partij bij het conflict kan iedere tegenpartij, zolang als mogelijk is vóór het vertrek van een medisch schip of vaartuig, in kennis stellen van de naam, de klasse, de verwachte vertrektijd, de koers en de geschatte snelheid ervan, in het bijzonder in het geval van schepen met een bruto inhoud van meer dan 2000 ton, en kan voorts alle gegevens verstrekken ter vergemakkelijking van de identificatie en herkenning. De tegenpartij moet de ontvangst van die gegevens bevestigen.
5.
De bepalingen van artikel 37 van het Tweede Verdrag zijn van toepassing op het medisch personeel en de geestelijke verzorgers op die schepen en vaartuigen.
6.
De bepalingen van het Tweede Verdrag zijn van toepassing op de gewonden, zieken en schipbreukelingen, die behoren tot de categorieën bedoeld in artikel 13 van het Tweede Verdrag en artikel 44 van dit Protocol, en die zich aan boord van dergelijke schepen en vaartuigen mochten bevinden. De burgers die gewond, ziek of schipbreukeling zijn en niet behoren tot een van de categoriën, vermeld in artikel 13 van het Tweede Verdrag, kunnen op zee niet worden overgedragen aan een partij die niet hun eigen partij is, noch kunnen zij van dergelijke schepen of vaartuigen worden verwijderd; indien zij zich in de macht bevinden van een andere partij bij het conflict dan hun eigen partij, zijn het Vierde Verdrag en dit Protocol op hen van toepassing.