Einde inhoudsopgave
Verdrag van Singapore inzake het merkenrecht
Reglement van het Verdrag van Singapore inzake het merkenrecht
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2011
- Bronpublicatie:
29-09-2010, Trb. 2021, 4 (uitgifte: 12-01-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-09-2010, Trb. 2021, 4 (uitgifte: 12-01-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
Bepalingen
Regel 1: Verkorte uitdrukkingen
Regel 2: Wijze van vermelden van namen en adressen
Regel 3: Bijzonderheden betreffende de aanvrage
Regel 4: Bijzonderheden betreffende de aanstelling van een gemachtigde en domiciliekeuze
Regel 5: Bijzonderheden betreffende de datum van het depot
Regel 6: Bijzonderheden betreffende berichten
Regel 7: Wijze van aanduiding van een aanvrage zonder nummer
Regel 8: Bijzonderheden betreffende de geldigheidsduur en vernieuwing
Regel 9: Uitstel indien verzuimd is de termijnen in acht te nemen
Regel 10: Voorschriften betreffende het verzoek om aantekening van een licentie of om wijziging of doorhaling van een aantekening van een licentie
Internationale standaardformulieren
Formulier nr. 1 Aanvrage om inschrijving van een merk
Formulier nr. 2 Volmacht
Formulier nr. 3 Verzoek om aantekening van naams- of adreswijziging(en)
Formulier nr. 4 Verzoek om aantekening van een verandering van rechthebbende met betrekking tot (een) inschrijving(en) en/of aanvrage(n) tot inschrijving van een merk of merken
Formulier nr. 5 Verklaring van overdracht met betrekking tot (een) inschrijving(en) en/of aanvrage(n) van inschrijving van merken
Formulier nr. 6 Akte van overdracht met betrekking tot (een) inschrijving(en) en/of aanvrage(n) van inschrijving van merken
Formulier nr. 7 Verzoek om correctie van (een) fout(en) met betrekking tot (een) inschrijving(en) en/of aanvrage(n) van inschrijving van merken
Formulier nr. 8 Verzoek om vernieuwing van een inschrijving
Formulier nr. 9 Verzoek om aantekening van een licentie
Formulier nr. 10 Licentieverklaring
Formulier nr. 11 Verklaring van wijziging van een licentie
Formulier nr. 12 Verklaring van doorhaling van een licentie
Regel 1. Verkorte uitdrukkingen
1. [In het Reglement omschreven verkorte uitdrukkingen]
Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, wordt voor de toepassing van dit Reglement verstaan onder:
- i.
‘Verdrag’ het Verdrag van Singapore inzake het merkenrecht;
- ii.
‘artikel’ het genoemde artikel van het Verdrag;
- iii.
‘exclusieve licentie’ een licentie die slechts aan één licentiehouder is verleend waarbij het de rechthebbende niet wordt toegestaan het merk te gebruiken en een licentie aan een andere persoon te verlenen;
- iv.
‘enige licentie’ een licentie die slechts aan één licentiehouder is verleend waarbij het de rechthebbende niet wordt toegestaan een licentie aan een andere persoon te verlenen, maar wel wordt toegestaan het merk te gebruiken;
- v.
‘niet-exclusieve licentie’ een licentie waarbij het de rechthebbende wordt toegestaan het merk te gebruiken of andere personen een licentie te verlenen.
2. [In het Verdrag omschreven verkorte uitdrukkingen]
De voor de toepassing van het Verdrag in artikel 1 omschreven verkorte uitdrukkingen hebben dezelfde betekenis voor de toepassing van dit Reglement.
Regel 2. Wijze van vermelden van namen en adressen
1. [Naam]
- a.
Wanneer de naam van een persoon dient te worden vermeld, kan elke Verdragsluitende Partij verlangen,
- i.
wanneer het een natuurlijke persoon betreft, dat de geslachtsnaam of eerste naam en de voornaam c.q. voornamen of tweede naam van de betrokkene dient (dienen) te worden vermeld dan wel, indien de betrokkene daaraan de voorkeur geeft, de naam of namen die gewoonlijk door hem worden gebruikt;
- ii.
wanneer het een rechtspersoon betreft, dat de volledige officiële benaming van de rechtspersoon dient te worden gebruikt.
- b.
Wanneer de naam van een gemachtigde dient te worden vermeld en het een kantoor of vennootschap betreft, accepteert elke Verdragsluitende Partij dat de naam wordt vermeld die dit kantoor of die vennootschap gewoonlijk gebruikt.
2. [Adres]
- a.
Wanneer het adres van een persoon dient te worden vermeld, kan elke Verdragsluitende Partij verlangen dat het adres op de gebruikelijke wijze wordt vermeld zoals vereist voor een spoedige postbezorging op het desbetreffende adres en dat het in elk geval alle relevante administratieve eenheden omvat tot en met het nummer van het huis of gebouw, indien dit een nummer heeft.
- b.
Wanneer een bericht aan het bureau van een Verdragsluitende Partij afkomstig is van twee of meer personen met verschillende adressen, kan die Verdragsluitende Partij verlangen dat in dat bericht één adres als correspondentieadres wordt vermeld.
- c.
Het vermelde adres kan een telefoonnummer, faxnummer en een e-mailadres omvatten, alsmede, ten behoeve van de correspondentie, een adres dat afwijkt van het ingevolge onderdeel a vermelde adres.
- d.
De onderdelen a en c zijn van overeenkomstige toepassing op het domicilie.
3. [Andere wijzen van aanduiding]
Elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat in een bericht aan het bureau het nummer of een eventuele andere wijze van aanduiding staat vermeld waaronder de deposant, rechthebbende, gemachtigde of andere belanghebbende bij het bureau staat ingeschreven. Geen enkele Verdragsluitende Partij mag een bericht weigeren op grond van het feit dat aan een dergelijke voorwaarde niet is voldaan, uitgezonderd in het geval van aanvragen die in elektronische vorm zijn ingediend.
4. [Te gebruiken lettertekens]
Elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat de in het eerste tot en met derde lid bedoelde vermeldingen zijn gesteld in de door het bureau gebruikte lettertekens.
Regel 3. Bijzonderheden betreffende de aanvrage
1. [Standaardtekens]
Wanneer het bureau van een Verdragsluitende Partij tekens (letters en cijfers) gebruikt die het als standaard beschouwt, en de aanvrage een verklaring omvat waaruit blijkt dat de deposant het merk wenst te doen inschrijven en openbaar maken in de door het bureau gebruikte standaardtekens, schrijft het bureau dat merk in en maakt het openbaar in die standaardtekens.
2. [Merk waarbij een beroep op kleur wordt gedaan]
Wanneer de aanvrage een verklaring omvat waaruit blijkt dat de deposant zich wenst te beroepen op kleur als onderscheidend kenmerk van het merk, kan het bureau verlangen dat in de aanvrage de naam of code van de kleur of kleuren waarop beroep wordt gedaan wordt vermeld, alsmede een aanduiding, met betrekking tot elke kleur, van de belangrijkste onderdelen van het merk die in deze kleur zijn uitgevoerd.
3. [Aantal afbeeldingen]
- a.
Wanneer een aanvrage geen verklaring omvat waaruit blijkt dat de deposant zich wenst te beroepen op kleur als onderscheidend kenmerk van het merk, mag een Verdragsluitende Partij niet meer verlangen dan
- i.
vijf afbeeldingen van het merk in zwart-wit wanneer de aanvrage geen verklaring mag omvatten, op grond van de wetgeving van die Verdragsluitende Partij, of geen verklaring omvat waaruit blijkt dat de deposant het merk wenst te doen inschrijven en openbaar maken in de door het bureau van die Verdragsluitende Partij gebruikte standaardtekens;
- ii.
één afbeelding van het merk in zwart-wit wanneer de aanvrage een verklaring omvat waaruit blijkt dat de deposant het merk wenst te doen inschrijven en openbaar maken in de door het bureau van die Verdragsluitende Partij gebruikte standaardtekens.
- b.
Wanneer een aanvrage een verklaring omvat waaruit blijkt dat de deposant zich wenst te beroepen op kleur als onderscheidend kenmerk van het merk, mag een Verdragsluitende Partij niet meer verlangen dan vijf afbeeldingen van het merk in zwart-wit en vijf afbeeldingen van het merk in kleur.
4. [Driedimensionaal merk]
- a.
Wanneer de aanvrage een verklaring omvat waaruit blijkt dat het merk een driedimensionaal merk is, dient de afbeelding van het merk te bestaan uit een tweedimensionale grafische of fotografische afbeelding.
- b.
De ingevolge onderdeel a verstrekte afbeelding kan, naar keuze van de deposant, bestaan uit één weergave van het merk of uit een aantal verschillende weergaven van het merk.
- c.
Wanneer het bureau van oordeel is dat de ingevolge onderdeel a door de deposant verstrekte afbeelding van het merk de details van het driedimensionale merk onvoldoende weergeeft, kan het de deposant uitnodigen binnen een redelijke in de uitnodiging vastgestelde termijn ten hoogste zes verschillende weergaven van het merk en/of een beschrijving in woorden van het merk te verstrekken.
- d.
Wanneer het bureau van oordeel is dat de in onderdeel c bedoelde verschillende weergaven en/of de beschrijving in woorden van het merk de details van het driedimensionale merk nog steeds niet voldoende weergeven, kan het de deposant uitnodigen binnen een redelijke in de uitnodiging vastgestelde termijn een specimen van het merk te verstrekken.
- e.
Niettegenstaande de onderdelen a tot en met d wordt een voldoende duidelijke reproductie die het driedimensionale karakter van het merk in één weergave tonen voldoende geacht voor het verstrekken van een datum van het depot.
- f.
Het derde lid, onderdeel a, punt i. en onderdeel b zijn van overeenkomstige toepassing.
5. [Holografisch merk]
Wanneer de aanvrage een verklaring omvat waaruit blijkt dat het merk een holografisch merk is, dient de afbeelding van het merk te bestaan uit een of meerdere weergaven die het holografisch effect in zijn geheel vastleggen. Wanneer het bureau van oordeel is dat de ingediende weergave of weergaven het holografisch effect niet in zijn geheel vastleggen, kan het de overlegging van aanvullende weergaven verlangen. Het bureau kan ook van de deposant verlangen dat hij een beschrijving van het holografisch merk overlegt.
6. [Bewegend merk]
Wanneer de aanvrage een verklaring omvat waaruit blijkt dat het merk een bewegend merk is, dient de afbeelding van het merk, naar keuze van het bureau, te bestaan uit een beeld of een serie van stilstaande of bewegende beelden die een beweging uitbeelden. Wanneer het bureau van oordeel is dat het ingediende beeld of de ingediende beelden geen beweging afbeelden, kan het de overlegging van aanvullende beelden verlangen. Het bureau kan ook een beschrijving met uitleg van de beweging van de deposant verlangen.
7. [Kleurmerk]
Wanneer de aanvrage een verklaring omvat waaruit blijkt dat het merk een kleur als zodanig is of een combinatie van kleuren zonder afgebakende omtrek, dient de afbeelding van het merk te bestaan uit een staal van de kleur of kleuren. Het bureau kan een aanduiding van de kleur of kleuren verlangen met gebruikmaking van hun gangbare namen. Het bureau kan tevens een beschrijving verlangen van hoe de kleur of de kleuren worden toegepast op de waren of worden gebruikt in relatie tot de diensten. Het bureau kan voorts een vermelding verlangen van de kleur of kleuren volgens een erkende kleurencode die door de deposant wordt uitgekozen en door het bureau wordt aanvaard.
8. [Positiemerk]
Wanneer de aanvrage een verklaring omvat waaruit blijkt dat het merk een positiemerk is, dient de afbeelding van het merk te bestaan uit één weergave van het merk dat de positie ervan op het product toont. Het bureau kan verlangen dat zaken waarvoor geen bescherming wordt gevraagd worden aangeduid. Het bureau kan tevens een beschrijving verlangen waarin de positie van het merk in relatie tot het product wordt uitgelegd.
9. [Klankmerk]
Wanneer de aanvrage een verklaring omvat waaruit blijkt dat het merk een klankmerk is, dient de weergave van het merk, naar keuze van het bureau, te bestaan uit een muzieknotatie op een notenbalk, of een beschrijving van de klank die het merk vormt, of een analoge of digitale opname van die klank, of elke combinatie daarvan.
10. [Merk bestaande uit een niet-zichtbaar teken anders dan een klankmerk]
Wanneer de aanvrage een verklaring omvat waaruit blijkt dat het merk bestaat uit een niet-zichtbaar teken anders dan een klankmerk, kan een Verdragsluitende Partij een of meer afbeeldingen van het merk verlangen, een aanduiding van het type merk alsmede bijzonderheden betreffende het merk, zoals voorzien in de wetgeving van die Verdragsluitende Partij.
11. [Transliteratie van het merk]
Voor de toepassing van artikel 3, eerste lid, onderdeel a, punt xiii: wanneer het merk uit andere dan de door het bureau gebruikte lettertekens of cijfers bestaat, of deze bevat, kan een transliteratie daarvan in de door het bureau gebruikte lettertekens of cijfers worden verlangd.
12. [Vertaling van het merk]
Voor de toepassing van artikel 3, eerste lid, onderdeel a, punt xiv: wanneer het merk uit een woord of woorden bestaat dan wel een woord of woorden bevat die zijn gesteld in een andere taal dan de door het bureau toegelaten taal of talen, kan een vertaling van dat woord of die woorden in die taal of een van die talen worden verlangd.
13. [Termijn voor het verstrekken van bewijsstukken betreffende het feitelijk gebruik van het merk]
De in artikel 3, derde lid, bedoelde termijn mag niet korter zijn dan zes maanden te rekenen vanaf de datum waarop de aanvrage ontvankelijk is verklaard door het bureau van de Verdragsluitende Partij waarbij die aanvrage is ingediend. De deposant of de rechthebbende heeft recht op verlenging van die termijn, met inachtneming van de in de wetgeving van die Verdragsluitende Partij gestelde voorwaarden, met perioden van telkens ten minste zes maanden, zulks tot in totaal ten minste tweeënhalf jaar.
Regel 4. Bijzonderheden betreffende de aanstelling van een gemachtigde en domiciliekeuze
1. [Adres wanneer een gemachtigde is aangesteld]
Wanneer een gemachtigde is aangesteld, beschouwt een Verdragsluitende Partij het adres van deze gemachtigde als het gekozen domicilie.
2. [Adres wanneer geen gemachtigde is aangesteld]
Wanneer geen gemachtigde is aangesteld en een deposant, rechthebbende of andere belanghebbende als adres een adres op het grondgebied van de Verdragsluitende Persoon heeft opgegeven, beschouwt deze Verdragsluitende Partij dat adres als het gekozen domicilie.
3. [Termijn]
De in artikel 4, derde lid, onderdeel d, bedoelde termijn begint op de datum van ontvangst van het in dat artikel bedoelde bericht door het bureau van de betrokken Verdragsluitende Partij en beloopt ten minste een maand wanneer het adres van de persoon namens wie het bericht is verzonden, is gelegen op het grondgebied van die Verdragsluitende Partij, en ten minste twee maanden wanneer dit adres is gelegen buiten het grondgebied van die Verdragsluitende Partij.
Regel 5. Bijzonderheden betreffende de datum van het depot
1. [Te volgen procedure indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan]
Indien de aanvrage op het tijdstip waarop deze door het bureau wordt ontvangen niet voldoet aan een van de voorwaarden als genoemd in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, nodigt het bureau de deposant terstond uit alsnog aan deze voorwaarde te voldoen binnen een in de uitnodiging genoemde termijn, welke termijn ten minste één maand beloopt, te rekenen vanaf de datum van de uitnodiging, wanneer het adres van de deposant is gelegen op het grondgebied van de betrokken Verdragsluitende Partij, en ten minste twee maanden wanneer het adres van de deposant buiten het grondgebied van de betrokken Verdragsluitende Partij is gelegen. Voor het gevolg geven aan de uitnodiging kunnen bijzondere rechten verschuldigd zijn. Zelfs indien het bureau de bedoelde uitnodiging niet zendt, blijven deze voorwaarden gelden.
2. [Datum van het depot in geval van correctie]
Indien de deposant binnen de in de uitnodiging genoemde termijn gevolg geeft aan de in het eerste lid bedoelde uitnodiging en de eventueel verschuldigde bijzondere rechten betaalt, geldt als datum van het depot de datum waarop alle in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, genoemde gegevens en bestanddelen door het bureau zijn ontvangen en, indien van toepassing, de in artikel 5, tweede lid, onderdeel a, bedoelde vereiste rechten aan het bureau zijn betaald. Zo niet, dan wordt de aanvrage als niet ingediend beschouwd.
Regel 6. Bijzonderheden betreffende berichten
1. [Vermeldingen die de handtekening op berichten op papier vergezellen]
Elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat de handtekening van de natuurlijke persoon die ondertekent vergezeld gaat van
- i.
een vermelding in letters van de geslachtsnaam of de eerste naam en de voornaam c.q. voornamen of de tweede naam van die persoon, dan wel, indien de betrokkene daaraan de voorkeur geeft, de naam of namen die gewoonlijk door hem worden gebruikt;
- ii.
een vermelding van de hoedanigheid waarin deze persoon heeft ondertekend, wanneer een dergelijke hoedanigheid niet uit het bericht blijkt.
2. [Datum van ondertekening]
Elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een handtekening vergezeld gaat van een vermelding van de datum waarop de ondertekening plaatsvond. Wanneer deze vermelding vereist is maar ontbreekt, is de datum waarop de ondertekening geacht wordt plaats te hebben gevonden de datum waarop het bericht met de handtekening door het bureau werd ontvangen, of, indien de Verdragsluitend Partij dit toestaat, een datum voorafgaand aan deze laatstgenoemde datum.
3. [Ondertekening van berichten op papier]
Wanneer aan het kantoor van een Verdragsluitende Partij een bericht op papier wordt toegezonden en een handtekening vereist is,
- i.
accepteert de Verdragsluitende Partij, met inachtneming van het in punt iii bepaalde, een handgeschreven handtekening;
- ii.
kan de Verdragsluitende Partij, in plaats van een handgeschreven handtekening, een andere vorm van ondertekening toestaan, zoals een gedrukte of met een stempel aangebrachte handtekening, of het gebruik van een zegel of van een etiket met streepjescode;
- iii.
kan de Verdragsluitende Partij, wanneer de natuurlijke persoon die het bericht ondertekent haar onderdaan is en deze zijn adres op haar grondgebied heeft, of wanneer de rechtspersoon namens welke de mededeling wordt ondertekend is opgericht naar haar recht en hetzij een woonplaats of een daadwerkelijke en wezenlijke inrichting van nijverheid of handel heeft op haar grondgebied, verlangen dat een zegel wordt gebruikt in plaats van een handgeschreven handtekening.
4. [Ondertekening van berichten op papier ingediend langs elektronische weg]
Een Verdragsluitende Partij die toestaat dat berichten op papier langs elektronische weg worden ingediend, beschouwt een dergelijk bericht als ondertekend indien een grafische weergave van een ingevolge het derde lid door die Verdragsluitende Partij aanvaarde handtekening op dit bericht, zoals ontvangen, voorkomt.
5. [Origineel van een bericht op papier ingediend langs elektronische weg]
Een Verdragsluitende Partij die toestaat dat berichten op papier langs elektronische weg worden ingediend, kan verlangen dat het origineel van een dergelijk bericht wordt ingediend
- i.
bij het bureau vergezeld van een brief waarin de eerdere verzending wordt aangeduid en
- ii.
binnen een termijn van ten minste een maand te rekenen vanaf de datum waarop het bureau het bericht langs elektronische weg ontving.
6. [Waarmerking van berichten in elektronische vorm]
Een Verdragsluitende Partij die toestaat dat berichten in elektronische vorm worden ingediend, kan verlangen dat een dergelijk bericht wordt gewaarmerkt door middel van een systeem van elektronische waarmerking zoals vereist door deze Verdragsluitende Partij.
7. [Datum van ontvangst]
Het staat elke Verdragsluitende Partij vrij de omstandigheden vast te stellen onder welke de ontvangst van een document of de betaling van een recht geacht wordt de ontvangst door of betaling aan het bureau te vormen in gevallen waarin het document feitelijk werd ontvangen door of de betaling feitelijk werd gedaan aan
- i.
een vestiging of bijkantoor van het bureau,
- ii.
een nationaal bureau namens het bureau van de Verdragsluitende Partij wanneer de Verdragsluitende Partij een intergouvernementele organisatie is bedoeld in artikel 26, eerste lid, onderdeel ii,
- iii.
een officiële postdienst,
- iv.
een door de Verdragsluitende Partij aangewezen bezorgdienst of een agentschap,
- v.
een adres anders dan de aangewezen adressen van het bureau.
8. [Indiening langs elektronische weg]
Met inachtneming van het bepaalde in het zevende lid, wanneer een Verdragsluitende Partij toestaat dat een bericht in elektronische vorm of langs elektronische weg wordt ingediend en het bericht op deze wijze wordt ingediend, is de datum waarop het bureau van deze Verdragsluitende Partij het bericht in deze vorm of langs deze weg ontvangt de datum van ontvangst van het bericht.
Regel 7. Wijze van aanduiding van een aanvrage zonder nummer
1. [Wijze van aanduiding]
Wanneer wordt verlangd dat een aanvrage met haar nummer wordt aangeduid, maar indien daaraan nog geen nummer is gegeven of indien dit nummer de deposant of diens gemachtigde niet bekend is, wordt de aanvrage geacht voldoende te zijn aangeduid indien het onderstaande wordt verstrekt:
- i.
het eventuele voorlopige nummer dat door het bureau aan de aanvrage is toegekend, of
- ii.
een kopie van de aanvrage, of
- iii.
een afbeelding van het merk, onder vermelding van de datum waarop de aanvrage door het bureau is ontvangen, voor zover de deposant of diens gemachtigde daarvan op de hoogte is, alsmede van een referentienummer dat de deposant of diens gemachtigde aan de aanvrage heeft toegekend.
2. [Verbod van andere voorwaarden]
Geen enkele Verdragsluitende Partij mag eisen dat aan andere dan de in het eerste lid bedoelde voorwaarden wordt voldaan ter aanduiding van een aanvrage wanneer daaraan nog geen nummer is gegeven of wanneer dit de deposant of diens gemachtigde niet bekend is.
Regel 8. Bijzonderheden betreffende de geldigheidsduur en vernieuwing
Voor de toepassing van artikel 13, eerste lid, onderdeel c, begint de termijn gedurende welke het verzoek om vernieuwing kan worden ingediend en de vernieuwingsrechten kunnen worden betaald ten minste zes maanden voor de datum waarop de vernieuwing dient plaats te vinden en eindigt deze ten vroegste zes maanden na die datum. Indien het verzoek om vernieuwing wordt ingediend en/of vernieuwingsrechten worden betaald na de datum waarop de vernieuwing moet plaatsvinden, kan elke Verdragsluitende Partij de vernieuwing afhankelijk stellen van de betaling van aanvullende rechten.
Regel 9. Uitstel indien verzuimd is de termijnen in acht te nemen
1. [Voorwaarden betreffende de verlenging van termijnen krachtens artikel 14, tweede lid, onderdeel i]
Een Verdragsluitende Partij die de verlenging van een termijn krachtens artikel 14, tweede lid, onderdeel i, toestaat, verlengt de termijn met een redelijke tijdsduur vanaf de datum van indiening van het verzoek om verlenging en kan verlangen dat het verzoek
- i.
een aanduiding van de verzoekende partij bevat alsmede het desbetreffende nummer van de aanvrage of de inschrijving en de desbetreffende termijn, en
- ii.
wordt ingediend binnen een termijn van ten minste twee maanden, te rekenen vanaf de datum van het verstrijken van de desbetreffende termijn.
2. [Voorwaarden betreffende voortzetting van de procedure met betrekking tot de aanvrage of inschrijving krachtens artikel 14, tweede lid, onderdeel ii]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat het verzoek om voortzetting krachtens artikel 14, tweede lid, onderdeel ii
- i.
een aanduiding van de verzoekende partij bevat alsmede het desbetreffende nummer van de aanvrage of de inschrijving en de desbetreffende termijn, en
- ii.
wordt ingediend binnen een termijn van ten minste twee maanden, te rekenen vanaf de datum van het verstrijken van de desbetreffende termijn. De nagelaten handeling wordt in dezelfde periode voltooid of, indien de Verdragsluitende Partij aldus bepaalt, tezamen met het verzoek.
3. [Voorwaarden betreffende het herstel van rechten krachtens artikel 14, tweede lid, onderdeel iii]
- a.
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat het verzoek om herstel van rechten krachtens artikel 14, tweede lid, onderdeel iii
- i.
een aanduiding van de verzoekende partij bevat alsmede het desbetreffende nummer van de aanvrage of de inschrijving en de desbetreffende termijn, en
- ii.
een uiteenzetting bevat van de feiten en bewijsstukken ter staving van de redenen waarom de desbetreffende termijn niet in acht is genomen.
- b.
Het verzoek om herstel van rechten wordt ingediend bij het bureau binnen een redelijke, door de Verdragsluitende Partij vast te stellen termijn te rekenen vanaf de datum waarop de oorzaak van het niet in acht nemen van de desbetreffende termijn is weggenomen. De nagelaten handeling wordt in dezelfde periode voltooid of, indien de Verdragsluitende Partij aldus bepaalt, tezamen met het verzoek.
- c.
Een Verdragsluitende Partij kan voor het voldoen aan de bij onderdeel a en b gestelde voorwaarden een maximumtermijn bepalen van ten minste zes maanden te rekenen vanaf de datum waarop de desbetreffende termijn verstrijkt.
4. [Uitzonderingen krachtens artikel 14, derde lid]
De uitzonderingen bedoeld in artikel 14, derde lid, betreffen de gevallen van het niet in acht nemen van een termijn
- i.
waarvoor reeds uitstel is toegekend krachtens artikel 14, tweede lid,
- ii.
voor het indienen van een verzoek om uitstel krachtens artikel 14,
- iii.
voor het betalen van een vernieuwingsrecht,
- iv.
voor een handeling voor een raad van beroep of een ander in het kader van het bureau ingesteld toetsingsorgaan,
- v.
voor een handeling in een procedure inter partes,
- vi.
voor het indienen van de in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, punt vii of punt viii bedoelde verklaring,
- vii.
voor het indienen van een verklaring waarin, krachtens de wetgeving van de Verdragsluitende Partij, een nieuwe datum van het depot voor een aanvraag die in behandeling is kan worden vastgesteld, en
- viii.
voor de correctie of toevoeging van een beroep op een recht van voorrang.
Regel 10. Voorwaarden betreffende het verzoek om aantekening van een licentie of om wijziging of doorhaling van de aantekening van een licentie
1. [Inhoud van het verzoek]
- a.
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat het verzoek om aantekening van een licentie krachtens artikel 17, eerste lid, alle of enkele van de volgende gegevens of bestanddelen bevat:
- i.
de naam en het adres van de rechthebbende;
- ii.
wanneer de rechthebbende een gemachtigde heeft, de naam en het adres van deze gemachtigde;
- iii.
wanneer de rechthebbende domicilie heeft gekozen, dit gekozen domicilie;
- iv.
de naam en het adres van de licentiehouder;
- v.
wanneer de licentiehouder een gemachtigde heeft, de naam en het adres van deze gemachtigde;
- vi.
wanneer de licentiehouder domicilie heeft gekozen, dit gekozen domicilie;
- vii.
de naam van een Staat waarvan de licentiehouder onderdaan is, indien hij/zij onderdaan van een Staat is, de naam van de Staat waarin de licentiehouder zijn/haar woonplaats heeft, indien van toepassing, en de naam van een Staat waarin de licentiehouder een daadwerkelijke en wezenlijke inrichting van nijverheid of handel heeft, indien van toepassing;
- viii.
wanneer de licentiehouder een rechtspersoon is, de rechtsvorm daarvan en de Staat en, indien van toepassing, het gebiedsdeel van die Staat naar het recht waarvan deze rechtspersoon is opgericht;
- ix.
het nummer van de inschrijving van het merk dat het voorwerp van de licentie is;
- x.
de namen van de waren en/of diensten waarvoor de licentie is verleend, gerangschikt volgens de klassen van de Classificatie van Nice, waarbij iedere soort van waren wordt voorafgegaan door het nummer van de klasse van deze classificatie waartoe deze waren of diensten behoren, en weergegeven in de volgorde van de klassen van genoemde classificatie;
- xi.
of het een exclusieve, niet-exclusieve of sole licence betreft;
- xii.
wanneer van toepassing, dat de licentie betrekking heeft op slechts een deel van het grondgebied waarop de inschrijving van toepassing is, tezamen met een expliciete aanduiding van dat deel van het grondgebied;
- xiii.
de duur van de licentie.
- b.
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat het verzoek om wijziging of doorhaling van de aantekening van een licentie krachtens artikel 18, eerste lid, alle of enkele van de volgende gegevens of bestanddelen bevat:
- i.
de in punt i tot en met ix van onderdeel a genoemde gegevens;
- ii.
wanneer de wijziging of doorhaling van een van de in onderdeel a genoemde gegevens of bestanddelen betreft, de aard en reikwijdte van de wijziging of doorhaling die dient te worden aangetekend.
2. [Ondersteunende documenten voor de aantekening van een licentie]
- a.
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat het verzoek om aantekening van een licentie, naar keuze van de verzoekende partij, vergezeld gaat van ofwel:
- i.
een uittreksel uit de licentieovereenkomst waaruit de partijen en de in licentie gegeven rechten blijken, voor eensluidend met het origineel gewaarmerkt door een notaris of enige andere overheidsinstantie; ofwel
- ii.
een niet-gewaarmerkte licentieverklaring waarvan de inhoud overeenkomt met het in het Reglement voorziene formulier voor een licentieverklaring, ondertekend door zowel de rechthebbende als de licentiehouder.
- b.
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een mederechthebbende die geen partij is bij de licentieovereenkomst zijn uitdrukkelijke toestemming voor de licentie verleent in een door hem ondertekend document.
3. [Ondersteunende documenten voor wijziging van een aantekening van een licentie]
- a.
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een verzoek om wijziging van de aantekening van een licentie naar keuze van de verzoekende partij vergezeld gaat van ofwel:
- i.
documenten ter onderbouwing van de verzochte wijziging van de aantekening van de licentie; ofwel
- ii.
een niet-gewaarmerkte verklaring van wijziging van de licentie waarvan de inhoud overeenkomt met het in het Reglement voorziene formulier voor een verklaring van wijziging van een licentie, ondertekend door zowel de rechthebbende als de licentiehouder.
- b.
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een mederechthebbende die geen partij is bij de licentieovereenkomst zijn uitdrukkelijke toestemming voor de wijziging van de licentie verleent in een door hem ondertekend document.
4. [Ondersteunende documenten voor doorhaling van een aantekening van een licentie]
Een Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een verzoek om doorhaling van de aantekening van een licentie naar keuze van de verzoekende partij vergezeld gaat van ofwel:
- i.
documenten ter onderbouwing van de verzochte doorhaling van de aantekening van de licentie; ofwel
- ii.
een niet-gewaarmerkte verklaring van doorhaling van de licentie waarvan de inhoud overeenkomt met het in het Reglement voorziene formulier voor een verklaring van doorhaling van een licentie, ondertekend door zowel de rechthebbende als de licentiehouder.