Uitvoeringswet Bewijsverkrijgingsverordening
Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Bewijsverkrijgingsverordening:artikel 10
Uitvoeringswet Bewijsverkrijgingsverordening
Artikel 10 [Kosten]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-05-2023
- Bronpublicatie:
15-03-2023, Stb. 2023, 96 (uitgifte: 27-03-2023, kamerstukken: 36153)
- Inwerkingtreding
01-05-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2023, Stb. 2023, 128 (uitgifte: 21-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
De kosten van de uitvoering van een verzoek om een bewijshandeling te verrichten komen ten laste van de Staat, behoudens de kosten van de oproeping waarvan ingevolge artikel 22, tweede lid, van de verordening door het verzoekende gerecht terugbetaling plaatsvindt en de kosten die ingevolge artikel 9, eerste lid, voor rekening van partijen komen.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.