Einde inhoudsopgave
Besluit Buitengewone Rechtspleging
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 31-07-1947
- Bronpublicatie:
27-06-1947, Stb. 1947, H 206 (uitgifte: 01-01-1947, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-07-1947
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-1947, Stb. 1947, H 206 (uitgifte: 01-01-1947, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
Juridische beroepen / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
1.
Een beklag, als in artikel 12, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering bedoeld, kan worden gedaan bij het Bijzondere Gerechtshof, bij hetwelk de vervolging zal behooren plaats te vinden. Indien in het geval, in artikel 3 van dit besluit vermeld, een vervolging nog niet is aangevangen, kan het beklag worden gedaan bij het Bijzondere Gerechtshof, door den voorzitter van den Bijzonderen Raad van Cassatie op verzoek van den belanghebbende daarvoor aan te wijzen.
2.
Het in den tweeden zin van het eerste lid en in het tweede en derde lid van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering ten aanzien van het gerechtshof, deszelfs leden en den procureur-generaal bepaalde is voor het Bijzondere Gerechtshof, deszelfs leden en den procureur-fiscaal bij dat Hof van overeenkomstige toepassing.
3.
Het beklag wordt niet in behandeling genomen vóór een nader door Ons te bepalen datum, tenzij het Bijzondere Gerechtshof van oordeel is, dat er dringende redenen zijn om het beklag aanstonds in behandeling te nemen.