Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1069/2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002
Artikel 46 Opschorting, intrekking en verbod van activiteiten
Geldend
Geldend vanaf 04-12-2009
- Bronpublicatie:
21-10-2009, PbEU 2009, L 300 (uitgifte: 14-11-2009, regelingnummer: 1069/2009)
- Inwerkingtreding
04-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-10-2009, PbEU 2009, L 300 (uitgifte: 14-11-2009, regelingnummer: 1069/2009)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Indien bij de officiële controles en het toezicht van de bevoegde autoriteit blijkt dat niet wordt voldaan aan een of meer van de bepalingen van deze verordening, neemt de bevoegde autoriteit passende maatregelen.
Met name, rekening houdend met de aard en de ernst van de tekortkomingen en met de potentiële risico's voor de volksgezondheid en de diergezondheid,
- a)
schort de bevoegde autoriteit de erkenning van overeenkomstig deze verordening erkende inrichtingen en bedrijven op indien:
- i)
niet langer aan de voorwaarden voor de erkenning of de exploitatie van het bedrijf of de inrichting wordt voldaan;
- ii)
kan worden verwacht dat de exploitant de tekortkomingen binnen een redelijke termijn kan verhelpen; alsmede
- iii)
de potentiële risico's voor de volksgezondheid en de diergezondheid geen maatregelen overeenkomstig onder b) vereisen;
- b)
trekt de bevoegde autoriteit de erkenning van overeenkomstig deze verordening erkende inrichtingen en bedrijven in indien:
- i)
niet langer aan de voorwaarden voor de erkenning of de exploitatie van het bedrijf of de inrichting wordt voldaan; alsmede
- ii)
niet kan worden verwacht dat de exploitant de tekortkomingen binnen een redelijke termijn kan verhelpen:
- —
om redenen in verband met de infrastructuur van de inrichting of het bedrijf;
- —
om redenen in verband met de persoonlijke capaciteiten van de exploitant of van het personeel dat onder zijn toezicht staat;
- —
wegens ernstige risico's voor de volksgezondheid en de diergezondheid die zware aanpassingen van de exploitatie van het bedrijf of de inrichting vereisen alvorens de exploitant een nieuwe erkenning kan aanvragen;
- c)
stelt de bevoegde autoriteit specifieke voorwaarden voor inrichtingen en bedrijven vast om bestaande tekortkomingen te corrigeren.
2.
Rekening houdend met de aard en de ernst van de tekortkomingen en met de potentiële risico's voor de volksgezondheid en de diergezondheid verbiedt de bevoegde autoriteit de in artikel 23, lid 1 en lid 3, en artikel 24, lid 1, bedoelde exploitanten zo nodig tijdelijk of definitief activiteiten uit te voeren waarop deze verordening van toepassing is, wanneer zij informatie ontvangt waaruit blijkt dat:
- a)
niet aan de vereisten van de communautaire wetgeving wordt voldaan; alsmede
- b)
deze activiteiten potentiële risico's voor de volksgezondheid of de diergezondheid inhouden.