Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 7.30 Scholings- en begeleidingsovereenkomst zij-instroom
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Redactionele toelichting
Nog niet in werking getreden voor wat betreft de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
- Bronpublicatie:
30-09-2020, Stb. 2020, 379 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35297)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Degene die in het bezit is van een geschiktheidsverklaring, het bevoegd gezag dat hem benoemt en het bestuur van de instelling, bedoeld in artikel 7.32, sluiten een scholings- en begeleidingsovereenkomst.
2.
In deze overeenkomst worden de rechten en verplichtingen van de drie betrokken partijen vastgelegd over de scholing en begeleiding die op grond van de afgegeven geschiktheidsverklaring noodzakelijk worden geacht.
3.
Indien blijkt dat de scholing of begeleiding niet volgens de overeenkomst kan worden uitgevoerd, treft het bevoegd gezag respectievelijk het bestuur van de instelling tijdig een toereikende vervangende voorziening.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld voor de uitvoering van het eerste lid, waaronder in elk geval regels ter waarborging van de kwaliteit van de scholings- en begeleidingsovereenkomst.
5.
Voor zover betrokkene de werkzaamheden waarvoor hij in het bezit is van een geschiktheidsverklaring, bij twee of meer bevoegde gezagsorganen verricht, zorgen deze bevoegde gezagsorganen ervoor dat de overeenkomsten, bedoeld in het eerste lid, waarbij zij wat de betrokkene betreft partij zijn, op elkaar worden afgestemd. Zo nodig wordt met dat doel een al gesloten overeenkomst gewijzigd.