Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 7.29 Uitvoeren geschiktheidsonderzoek
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
23-02-2022, Stb. 2022, 116 (uitgifte: 21-03-2022, kamerstukken: 35946)
30-09-2020, Stb. 2020, 379 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35297)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2022, Stb. 2022, 117 (uitgifte: 22-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Onze Minister kan op aanvraag van het bestuur van de instelling besluiten dat een instelling bevoegd is tot:
- a.
het uitvoeren of onder zijn verantwoordelijkheid laten uitvoeren van het geschiktheidsonderzoek;
- b.
het afgeven van geschiktheidsverklaringen; of
- c.
het doen van voorstellen over de scholing en begeleiding die volgens het geschiktheidsonderzoek nodig zijn.
2.
Onze Minister erkent de instelling indien het bestuur van die instelling bij de aanvraag voldoende aannemelijk maakt dat de instelling het geschiktheidsonderzoek onafhankelijk, deskundig en betrouwbaar zal uitvoeren. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de aanvraag en over de behandeling en beoordeling ervan.
3.
Onze Minister kan voor de behandeling van de aanvraag een vergoeding in rekening brengen, waarvan de hoogte wordt vastgesteld bij ministeriële regeling.
4.
Onze Minister kan de erkenning intrekken indien de instelling het geschiktheidsonderzoek naar zijn oordeel niet meer onafhankelijk, deskundig of betrouwbaar uitvoert.